tweemaal gewond werd en zich in de middag van 13 Mei, toen ontzet opdaagde,
met zijn troep kon doorslaan naar de cp. van zijn R.C. 1).
Het was dus I.R. 322, dat de aanval op 13 Mei op de stoplijn in het vak van
I-8 R.I. inzette, aanvankelijk nog vermengd met delen van het S.S.regiment.
Laatstgenoemd regiment deed de aanval in de richting Achterberg, ruimde de
weerstand in de tussenverdediging en de stoplijn bij II-8 R.I. op en kwam weldra
in contact met de Nederlandse troepen, die de tegenaanval uitvoerden.
II-8 R.I. (vervolg van blz. 304)
In de vroege morgen was de groep, die zich onder bevel van de luitenant van
het pag. ten W. van Kruiponder had genesteld, door de Duitsers gevangen ge
nomen, die echter niet de meer noordelijk nog aanwezige 3e Sectie hadden ontdekt.
In de tussenverdediging bevonden zich nog de le en 2e Sectie van de le Com
pagnie en de door zw.mitr. bezette koepels G. 26, G. 27 en G. 28. De cp. van de
C.C. bevond zich aanvankelijk achter G. 28 en nabij de Levendaalsche steeg, doch
deze was Zaterdagavond 11 Mei door artillerievuur in brand geschoten en dus
onbruikbaar geworden.
De luitenant, die in de avond van 12 Mei als C.C. was ingevallen voor zijn
kapitein, die het bataljonscommando op zich had moeten nemen, had de cp. ge
vestigd in de boerderij Weltevreden bij het N. steunpunt van de le Sectie, omdat
hij daar beter uitzicht had, doch was na het licht worden tijdelijk naar de cp.
geweest.
Het middelste steunpunt van deze sectie was overbevolkt met van de vóór
sectiën en het pag. teruggetrokken personeel. In de nacht had een der officieren
van gezondheid een aantal gewonden uit de hulppost in de frontlijn door eigen
vuur heen vervoerd naar een hulppost nabij de Cuneraweg en vandaar met boeren
karren naar een hulpverbandplaats te Rhenen. Hij zelf was bij de le Sectie ge
bleven.
De verbinding met de B.C. was verbroken en ordonnansen van de B.C. hebben
de C.C. niet gevonden, als gevolg van zijn wisselende verblijfplaats.
De C.C. was niet op de hoogte van de toestand bij de 2e Sectie en onderling
contact tussen de steunpunten der sectiën was er niet.
In de nacht werden voortdurend lichtseinen van de Duitsers waargenomen; in
de morgen te ongeveer 7.00 vermeesterden de Duitsers, die reeds langs de Cunera
weg waren doorgedrongen, uit W. richting komende, de steunpunten van de
le Sectie, de cp. van de C.C. en de koepels G. 26 en G. 27.
De C. van de 2e Sectie nam van zijn meest zuidelijke steunpunt uit waar, dat
de Duitsers de le Sectie overmeesterden, nadat hij te voren reeds had vastgesteld,
dat de tussenverdediging van de 2e Compagnie was verdwenen.
Toen het steunpunt, dat naar het O. was georiënteerd en in Z. richting geen
vuur kon uitbrengen, juist uit die richting door de Duitsers onder vuur werd
370
(Zie schets/kaarten Nrs. C. 11 en 12)
Het teruggaan van deze troep is waargenomen door een Nederlandse kapitein, die gewond bij
die timmerfabriek lag.