Nederlanders werden gedwongen, voorwaarts te gaan met de handen omhoog, luid roepende, dat zij Hollanders waren. Toen zij onder vuur kwamen dekten de Nederlanders zich en werden de Duitsers zichtbaar, die daarop met verliezen afdropen. Bij een 2e poging, te ongeveer 12.30, waren de Duitsers gedeeltelijk in de Neder landse uniform gekleed, doch, daar hun laarzen zichtbaar waren, werd de list ont dekt, met het gevolg, dat ook deze poging faalde 1). Nog later, nadat te 13.30 het viaduct was vernield, slaagden de Duitsers er in, door een zuidelijke omtrekking het station aan de oostzijde van de spoorbaan te bezetten, waaruit zij later, zoals zal blijken, door 1-11 G.B. zijn verdreven (15.00). Zoals uit de verklaring van een gewonde Nederlandse officier is gebleken, zijn de Duitsers, te ongeveer 16.00, toen een hevig Duits artillerievuur op de omgeving van het viaduct werd afgegeven, snel naar het O. teruggetrokken, waarbij Neder landse gevangenen de Duitse gewonden op geïmproviseerde brancards moesten medevoeren. De verdediging aan de westzijde was toen reeds lang opgegeven. De verdediging ten westen van de spoorweg Overzicht van de bezetting Er zal thans getracht worden, een enigszins begrijpelijk beeld te geven van de verdediging aan de westzijde van de spoorweg. Hierbij zij er aan herinnerd, dat de spoorweg van station Rhenen tot kp. 25 een ingezonken spoorwegdal (door het hoge terrein) vormde, waarvan de hellingen aan weerszijden met zware prikkel draadversperringen waren bezet. Ten Z. van station Rhenen ging de spoorweg over in de spoorbrug, die hoog boven de uiterwaarden was gebouwd. In dit ge deelte was voor de aanvaller de beste gelegenheid om door te dringen, waartoe hij echter geen kans heeft gezien. Zoals reeds bij de beschrijving van 12 Mei bleek, waren voor de verdediging achter de spoorweg ingezet: II-19 R.I.: 2e en 3e Comp. en M.C. (min een sectie) en 19 Bt. 6 veld (min een sectie); 4 M.C.: drie sectiën, waarvan een op de Koerheuvel; I-46 R.I.: le, 2e en 3e Comp.; II-11 R.I.: 2e Comp. en een sectie zw.mitr.; 4 R.H.: le, 3e en 6e Esk., 2-3 R.H., M.E., E.Pag. en S.Mr.; detachement 111-43 R.I.: een sergeant-majoor met een groep en een zw.mitr. Van de artillerie bevonden zich 3-1-8 R.A. te Vreewijk, 2-1-8 R.A. achter de N.vleugel en 1-1-16 R.A., III-8 R.A. en 1-15 R.I. ten N.W. van de N.vleugel. 378 (Zie de luchtfoto's op blz. 307 en 308 en de foto's op blz. 310, 311, 313 en 315) De Duitse C.-III/S.S.regiment, die persoonlijk bij de groep in de Stoomhamer aanwezig was, kon zijn ridderkruis van het ijzeren kruis dus wel met gemengde gevoelens dragen, na het doen bedrijven van dergelijke, onsoldateske handelingen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 404