11-11 R.I. (naar hij mededeelt ook de als B.C. ingevallen kapitein) en C.-1-I-46 R.I. Hij trof een zeer verwarde toestand aan; vele officieren en soldaten lagen in de onderkomens te slapen en hij vond geen enkel automatisch wapen en geen uitkijkposten. In werkelijkheid was hij gestoten op de 3e Compagnie van 11-11 R.I., die op last van de wd. B.C. tijdelijk rustte achter de omgebogen vleugel, terwijl de bezette loopgraven meer noordelijk en oostelijk door 1-1-46 R.I. waren bezet. Hij maakte met C.-1-I-46 R.I. een afspraak voor de verdeling der stellingen. Hij ging dit aan C.-4 R.H. mededelen en, daarna bij zijn eskadron terugkerende, vond hij enige door artillerievuur gedode en gewonde huzaren en gaf hij opdracht aan zijn pelo tonscommandanten voor de verplaatsing, die hij in verband met het artillerievuur in groepen deed uitvoeren, met als verzamelpunt de Nieuwe Veenendaalsche weg, N.W. van Vreewijk, waarvan hij in het terrein de richting aanwees. Bij deze verplaatsing, die op degenen van de andere onderdelen, die het waar namen, de indruk van een vlucht maakte, zijn ongeveer twee pelotons een ver keerde richting ingeslagen, noordelijk langs Rhenen getrokken en te ongeveer 11.30 op de weg naar Remmerden terecht gekomen, van waar zij later te Eist bij het eskadron aangesloten. De ritmeester vond op het verzamelpunt twee verzwakte pelotons. Na een kort oponthoud, in verband met het invallende artillerievuur, nabij 2-1-8 R.A. maakte hij te ongeveer 11.00 aanstalten om de stelling te gaan bezetten, toen hij opdracht van zijn R.C. ontving om bij het regiment aan te sluiten, dat op weg was naar Eist. 6-4 R.H. (met le Sectie-M.E.) had zich volgens de te 1.00 ontvangen opdracht over Remmerden naar de westrand van Rhenen begeven, zonder dat de E.C. wist, waar zijn R.C. de cp. zou vestigen. Te 3.30 (in de eerste schemering) ontving hij echter opdracht, stelling te nemen ter hoogte van Vreewijk, elk doordringen van de vijand in de richting Rhenen te beletten en vuur te brengen op de spoorwegovergang bij kp. 25. Het eskadron nam opstelling in de zuid- en oostrand van Vreewijk en kreeg op de linkervleugel verband met de 3e Sectie zw.mitr. van 11-19 R.I. Op dat ogenblik opende 3-1-8 R.A. juist het vuur en dit onverwachte kanon gedonder in de onmiddellijke nabijheid bezorgde de huzaren de schrik van hun leven. Te 8.00 begaven de E.C. en de oudste Pel.C. zich naar de cp. van C.-4 R.H., die toen opdracht gaf, een opnamestelling in te nemen op de landweg ten N.W. van de cp. van C.-4 R.H. en een peloton te plaatsen ter bescherming van die cp. west van Oude Watertoren; de oudste Pel.C. kreeg opdracht, met zijn peloton aan de westrand van Rhenen stelling te nemen, front oost2). Het eskadron (min twee pelotons) nam in het weinig overzichtelijke terrein stelling en sloot de Nieuwe Veenendaalsche weg naar het N. af; het peloton in de 385 1) Bij herhaling werd het woord opnamestelling geheel onjuist gebruikt. 2) De bedoeling was, eventueel de terugtocht van de Staf over Rhenen te kunnen doen beveiligen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 411