het gros van zijn compagnie, die te voren was doorgedrongen tot station Rhenen,
doch was teruggetrokken, toen er geen enkel ander onderdeel bleek te zijn.
Wat was er gebeurd.
De le Compagnie was met één sectie voorhoede tegen de stroom van vluchte
lingen in opgerukt tot in Rhenen en, naar men meende, uit de Cuneratoren be
schoten.
Vanwege het brandende Rhenen kon de compagnie niet door de hoofdstraat
voorwaarts komen en de C.C. trachtte met twee sectiën ten zuiden daarvan door
te dringen, hetgeen gelukte, tot hij door vuur uit station Rhenen werd opgehouden,
terwijl eveneens vliegtuigen bommen wierpen.
Hij zond een sergeant-majoor uit zijn staf naar achteren, om de rest van de
compagnie opdracht te geven, zuid van Rhenen op te rukken.
Er waren intussen enige mannen gesneuveld en zowel de bedoelde sergeant
majoor als de luitenant, C. der sectie zw.mitr., meenden, dat ook de kapitein
was gesneuveld.
De sergeant-majoor deelde dit aan C.-2e Compagnie mede. Deze had reeds
een sectie van de vóórcompagnie opgevangen en naar voren gezonden.
De luitenant van de zw.mitr. ging persoonlijk een dokter en geneeskundig
personeel zoeken en strekte dit onderzoek zelfs uit tot Eist; zijn sectie geraakte
in paniek en trok terug.
C.-2e Compagnie ving deze (met nog slechts één mitr.) op, en kreeg daarna
contact met C.-3-II-19 R.I., die noordelijk van Rhenen terugtrok, naar hij mede
deelde, op bevel.
C.-2e Compagnie had nu de indruk, dat de stelling aan de spoorlijn verlaten
was, dat de le Compagnie op de terugtocht was en de commandant was gesneuveld,
terwijl vóór hem Rhenen brandde en hij moeite had, zijn compagnie bij elkaar te
houden.
Bij afwezigheid van de B.C. besloot hij, 500 m terug te gaan en zond daarna
bericht aan zijn B.C., die hij, zoals medegedeeld, later'ontmoette.
C.-le Compagnie was echter niet gesneuveld, doch had integendeel nabij de
Rijnoever de rest van zijn compagnie gevonden en was erin geslaagd, tot het
station en de spoorbrug door te dringen, een verlaten aangetroffen zw.mitr. in het
station in stelling te doen brengen en de vijand uit de Zeepfabriek Rhenus en de
fabriek de Stoomhamer te verdrijven.
Daarna was hem gebleken, dat C.-24 R.I., die hij aan de spoorweg vermoedde
met een detachement, noch de 2e Compagnie, die noord van hem had moeten
oprukken, noch enig ander onderdeel meer aanwezig waren en zelfs, dat ten westen
van Rhenen geen eigen troepen meer te zien waren.
Hij was toen wel gedwongen, met zijn compagnie terug te trekken. Toen daarop
te Rhenen door artillerievuur een kleine paniek dreigde, had hij de orde hersteld
door enige ogenblikken gesloten exercitie te doen uitvoeren. Dit oude beproefde
middel had de gewenste uitwerking gehad, zodat de kapitein met het verzamelde
deel van zijn compagnie ordelijk naar Eist had kunnen marcheren, waar hij zich
bij zijn B.C. meldde.
406