de wil van C.-4 R.H.) omstreeks 12.00 uit het gebied tussen de spoorweg en de
Nieuwe Veenendaalsche weg vertrokken.
De infanterie-onderdelen hebben (behoudens teruggetrokken groepjes) de spoor
weg nog verdedigd tot ongeveer 13.20 a 13.30, toen een stuka-aanval de verdediging
geheel deed ineenstorten, hetgeen niet het gevolg was van de (zeer geringe) ver
liezen, doch van de morele uitwerking van de onder hevig gierend lawaai omlaag
duikende, bombarderende en mitraillerende vliegtuigen
Hierbij moet worden bedacht, dat was bekend gemaakt, dat een krachtige
Engelse luchtaanval zou worden uitgevoerd, welke uitbleef, terwijl in plaats daar
van de stuka-aanval kwam.
Vrijwel algemeen is toen de terugtocht aanvaard, hetzij op bevel van de C.Cn.,
hetzij in paniek door de sectiën zelve.
Hoewel sommige verslagen, zowel van C.-IV Div. als van C.-4 R.H. en enkele
artillerie-commandanten melding maken van het doordringen van de vijand in de
omgeving van pl. 25 van de spoorweg, was dit niet het geval en de enkele groepen,
die daar nog stand hielden, waren nog niet door de vijand gedwongen om terug
te gaan. De Duitsers melden zelf, dat het, ondanks de inzet van het reserve bataljon
van I.R. 322, nog niet mogelijk was, de spoorweg te overschrijden.
Dat er nog geen noodzaak aanwezig was, om de spoorweg los te laten, blijkt
voorts ook uit de verslagen van C.-24 R.I., C.-4 M.C., C.-1-I-46 R.I. en de
sectie van 2-II-19 R.I. en uit de succesvolle aanval bij Rhenen van 1-11 G.B.
Onze troepen waren op 13 Mei door gebrek aan nachtrust en goede verpleging
doodvermoeid; zij waren nog niet opgewassen tegen de verschrikkingen van de
oorlog en, zoals wij reeds zagen, faalde de bevelvoering aan de spoorweg. Daaren
boven veroorzaakte de stuka-aanval ondanks de geringe verliezen paniek, een ver
schijnsel, dat zich in 1940 op alle slagvelden voordeed, zelfs bij zeer goede troepen.
De bevelvoering van de hogere commandanten was uitermate moeilijk, daar
de lagere commandanten niet voldoende berichten zonden, om hun chefs inzicht
in de werkelijke toestand te geven.
De tegenaanval
Overzicht van de gang van zaken
Het is gewenst, nog even de gang van zaken bij de voor de tegenaanval bestemde
troepen te recapituleren.
Eerder werd medegedeeld, dat C.-29 R.I., na op 12 Mei te 8.00 te zijn belast
met het bevel over 29 R.I. (min II), te Wijk bij Duurstede verband had opgenomen
met de beide B.Cn. en des middags bevel had ontvangen, zich met zijn staf van
Amerongen naar Wijk bij Duurstede te verplaatsen. Toen hij daar te ongeveer
16.00 was aangekomen vernam hij, dat de B.Cn inmiddels bevel voor verplaatsing
naar Amerongen hadden ontvangen en dat hij zelf weder naar Amerongen terug
moest keren voor het ontvangen van bevelen.
Te Amerongen had C.-Brig.B hem tussen 17.30 en 18.00 bevel gegeven om
met de drie eerst aankomende bataljons op te rukken naar Rhenen, ten einde de
spoorweg van de Rijn tot kp. 25 te gaan bezetten, doch te 18.30 gaf C.-Brig. B
410