R.I. te 4.30 de aanval zou inzetten met 1-29 R.I., 111-29 R.I., 1-20 R.I. en 11-24 R.I.,metals westgrens de spoorlijn Veenendaal-Rhenen tot kp. 26-voorm. Bas tions en als oostgrens de inundatie-oorspronkelijke frontlijn, uit te voeren met twee voorbataljons en twee bataljons in reserve en uitgaande van de lijn: kp. 26 aan de spoorweg-houtrand in N.O. richting. De eerste sprong moest worden gemaakt naar de le doellijn: kp. 25 aan de spoorweg-Achterberg-inundatie, die vast in eigen hand werd verondersteld. Na het overschrijden van deze lijn zou het linker bataljon der regimentsreserve een compagnie naar Kruiponder zenden, om dit te heroveren en overigens de linker flank van de aanvalstroepen beschermen. De artillerie zou geen inleidende beschieting en rechtstreekse steun geven, doch vuurconcentraties afgeven op Kruiponder, het complex, een km W.Z.W. daarvan, op Heimerstein en het voorm. Hoornwerk. De bevelsuitgifte te Amerongen en de verplaatsing naar het Remmersteinsche Bosch C.-29 R.I., die twee autocompagnieën ter beschikking had, regelde na ontvangst van de eerste, telefonisch ontvangen, bevelen de verplaatsing naar het Remmer steinsche Bosch zodanig, dat met de eerste slag, die te 22.50 vertrok, I en 111-29 R.I. werden verplaatst, terwijl 11-24 R.I. in de tweede slag werd ingedeeld. De verplaatsing over een afstand van ongeveer 8 km ging echter met zoveel vertraging gepaard, dat I en 111-29 R.I. eerst resp. te 2.00 en 3.30 werden uitge laden, waarna 11-24 R.I. nog moest worden opgehaald. De hiervoor toegezonden auto's waren weder niet voldoende voor verplaatsing in een slag, zodat het tweede gedeelte van het bataljon eerst te 7.00 in het Remmersteinsche Bosch aankwam. Toen C.-29 R.I. te 23.55 het definitieve bevel voor de tegenaanval ontving, deed hij door een officier de B.Cn. ontbieden op de voorlopige cp. te Berg en Bosch (kp. 7.5 aan kunstweg Elst-Veenendaal), formuleerde hij het bevel, dat hij van plan was uit te geven en begaf hij zich te 0.45 naar Berg en Bosch, waar hij te 2.00 aankwam. Toen te 2.40 nog geen der B.Cn. aanwezig was, deed hij door middel van een officier aan C.-IV Div. verzoeken, het aanvalsuur uit te stellen, aangezien het onmogelijk was, de aanval te 4.30 in te zetten. Er werd echter door C.-IV Div. slechts een kwartier uitstel verleend x). Eerst te 3.00 waren Cn.-I en 111-29 R.I. aanwezig, die mondeling hun bevelen kregen. C.-29 R.I. begaf zich daarop te ongeveer 4.00 over de viersprong Z. van Prattenburg naar het terrein van de uitgangsstelling en vond onderweg C.-I-20 R.I., die met zijn bataljon nog steeds te Bergzicht (aan de kunstweg van Prattenburg naar kp. 26 aan de spoorweg) stond, in afwachting van bevelen, en die nu eveneens mondeling zijn bevel ontving. Daarna ging de R.C. naar het terrein, waar het regiment zich moest gereed stellen. 412 (zie schets/kaart Nr. C. 9) 0 Vermoedelijk in verband met de voor de artillerie uitgegeven bevelen. Dit is een onjuiste bevel voering; als de aanvalstroepen niet op tijd op hun plaats kunnen zijn, moet men zijn plan wijzigen. Voor de artillerie, die stationnair is, is het gemakkelijker de tijdstippen van vuurafgifte te wijzigen dan voor de infanterie om harder te gaan lopen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 438