111-29 R.I., versterkt met een stuk 6 veld en een sectie mortieren, gedeeltelijk per auto en gedeeltelijk per rijwiel verplaatst naar het Remmersteinsche Bosch, bereikte de uitgangsstelling via de Cuneraweg en Poort (bij kp. 26.2) en stelde zich op met de le en 2e Compagnie, elk versterkt met een sectie zw.mitr., als rechter en linkervoorcompagnie en de 3e Compagnie, versterkt met een sectie zw.mitr., het stuk 6 veld en de sectie mortieren, als ondersteuningscompagnie. Bij de M.C. ontbrak een sectie, die op 11 Mei eigenmachtig naar Noord-Brabant was getrokken. Gevechtsvoertuigen waren niet aanwezig, zodat dezelfde bezwaren zich voor deden als bij 1-29 R.I. Het bataljon stond te 7.00 gereed, doch 300 m meer achterwaarts dan 1-29 R.I., waarmede geen verband werd verkregen, zodat de B.C. meende, dat dit bataljon reeds voorwaarts was gegaan. Bij 1-20 R.I. (op 10 Mei verbindingsdetachement te Woudenberg) was de gang van zaken de volgende geweest. Dit bataljon was, als gevolg van de aanvankelijk aan C.-II Div. verstrekte op dracht, om met 1-20 R.I. en 11-11 R.I. te gaan aanvallen, te ongeveer 17.15 af gereden van Woudenberg naar café „De Oude Trekpot", doch de Vbd.A. (waar van het materieel was uitgelegd) en de volledige trein (met de verplegingofficier) waren te Woudenberg achtergelaten. De M.C. werd in twee transporten met de goederenauto's verplaatst; het tweede transport zou tevens het middageten mede brengen, doch verdwaalde in de duisternis en bereikte het bataljon eerst 13 Mei te 1.30, zodat het middagmaal niet werd verstrekt. De B.C. was met een aangehouden militaire auto naar De Oude Trekpot ge reden, waar C.-II Div. een bespreking had gehouden met C.-10 R.I. en C.-22 R.I., waarna allen (ook C.-I-20 R.I.) naar de cp. van C.-10 R.I. waren vertrokken. Na afloop was C.-I-20 R.I. met C.-22 R.I. mede teruggereden naar De Oude Trekpot, waar juist artillerievuur viel, zodat er slachtoffers vielen. Nadat de troep in alarm-kwartieren was ondergebracht had C.-I-20 R.I. zich met C.-22 R.I. naar C.-II-ll R.I. te Berg en Dal begeven. Teruggekeerd bij het bataljon, vestigde de B.C. zich in een boerderij, doch 13 Mei te 1.00 werd hij afgehaald en gebracht naar de cp. van C.-10 R.I., waar hij van de officier van St.-II Div., die de verbinding met C.-IV Div. had moeten opnemen, voorlopige aanwijzingen voor de tegenaanval kreeg met de opdracht, op nadere bevelen te wachten. Te 3.00 werd hij in grote haast weder naar De Oude Trekpot ontboden, omdat daar een officier met een bevel zou zitten te wachten, doch deze bleek niet aanwezig. Toen de B.C. op grond van de aanwijzingen, die hij had, bevelen aan zijn C.Cn. wilde geven, verscheen C.-22 R.I., te zamen met C.-l-II Bat.Pag., welke com pagnie (nog bestaande uit twee sectiën a twee stukken) aan het bataljon werd toe gevoegd x). 416 0 Deze Comp., ingedeeld in 3 sectiën van 2 stukken, was voor de aanval onder bevel van C.-II Div. aangetrokken. Een sectie was ingedeeld bij 11-11 R.I. en de Compagnie (min een sectie) was ter beschikking van C.-29 R.I.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 442