C.-29 R.I. had haast en deelde aan de verzamelde officieren mede, dat de aanval wat later, vermoedelijk te 5.00, zou plaats hebben en gesteund zou worden door Engelse vliegtuigen, terwijl, nu 11-24 R.I. nog afwezig was, een compagnie van 1-20 R.I. de aanval op Kruiponder moest uitvoeren. Volgens de B.C. was het toen reeds 4.50. Voor de aanval op Kruiponder werd de 3e Comp. aangewezen. De uitgangs stelling werd bezet met le Comp. (min een sectie), versterkt met een sectie zw. mitr., rechts, de 2e Comp., versterkt met een sectie zw.mitr., links, terwijl de M.C. (min twee sectiën) en een sectie van de le Comp. de bataljonsreserve vormden. 1-II-Bat.Pag. (min een sectie) ontving opdracht, nabij kp. 27 op nadere bevelen te wachten en ontving later bevel, in het vak van 111-29 R.I. voorwaarts te gaan naar De Dijk. C.-3e Comp. kon slechts onvoldoende op de hoogte gesteld worden met de situatie bij Kruiponder en kreeg geen aanwijzingen omtrent aan zijn compagnie te verlenen vuursteun. Te ongeveer 7.00 was het bataljon (min 3e Comp.) in de uitgangsstelling. De 3e Compagnie was via de Noordelijke Meentweg en de Vrijweidersweg opgerukt naar de Zuidelijke Meentweg en de C.C. vernam daar, dat de opdracht voor Kruiponder verviel, omdat 11-24 R.I. was aangekomen. De compagnie moest aan sluiten bij het bataljon en optreden als linker voorcompagnie in de plaats van de 2e Compagnie In de gereedstelling werd nog juist vóór het vertrek brood en koffie verstrekt. C.-II-24 R.I. reed, na te ongeveer 7.00 bij Berg en Bosch te zijn opgehaald, met de kapitein van de divisiestaf naar C.-29 R.I., terwijl zijn bataljon onder de oudste kapitein op mars ging. Te 7.45 kon hij bij kp. 27 aan de spoorweg zijn bevelen voor het innemen van de uitgangsstelling geven, op een tijdstip, waarop de andere bataljons reeds voorwaarts waren gegaan. De uitgangsstelling werd ingenomen met de le en 2e Compagnie, elk met een sectie zw.mitr. versterkt, resp. ten oosten en ten westen van de Weteringsteeg en de 3e Compagnie met M.C. (min twee sectiën), een sectie van 24 C.Mr. en een stuk 6 veld als bataljonsreserve. Onmiddellijk daarna rukte het bataljon voor waarts. De B.C. had het plan, het bataljon te laten indraaien naar het Z.O. met de 2e (rechter) Compagnie richting Kruiponder, de le Compagnie ten N. en de 3e (reserve) Compagnie ten Z. daarvan. Alvorens nu de opmars naar de le doellijn te beschrijven, is het nodig, de toestand bij 19 R.I. na te gaan, in het bijzonder bij 111-19 R.I. en bij l-II-ll R.I. 419 i) Deze wijziging had plaats, omdat de 2e Compagnie nog slechts van beperkte sterkte was.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 445