Behalve vijandelijk artillerievuur viel er in het vak van 1-29 R.I. vuur van eigen zw.mitrailleurs uit het gebied ten W. van de spoorweg en van de Laarsche Berg. De neiging tot terugvloeien verergerde, doordat groepjes Nederlandse soldaten, van hun jas ontdaan, die bij de Duitsers gevangen waren geweest en waren ont vlucht of tegen de eigen troep waren ingezonden, schrik verspreidden. Omstreeks 12.30 schijnt vrij plotseling in de omgeving van Achterberg het in sterkere mate terugvloeien van troepen te zijn begonnen bij de rechter twee compagnieën van 111-29 R.I., twee compagnieën van 1-29 R.I. en twee compag nieën van 1-20 R.I. Zoals dit gewoonlijk gaat, breidde dit zich steeds uit en ver spreidde zich het gerucht, dat bevel voor terugtrekken was gegeven. Van invloed waren ook de overal opduikende geruchten over verraad en het in zulke omstandigheden bij onervaren troepen beginnende onderlinge wantrouwen. Al deze troepen ondergingen de vuurdoop, een der hachelijkste ogenblikken in het leven van de soldaat. Op de rechtervleugel hielden aanvankelijk nog een compagnie van 1-29 R.I., een compagnie van 1-20 R.I., alsmede het eveneens opgerukte l-II-ll R.I. stand, totdat deze zich geïsoleerd zagen. De terugtrekkende beweging ontaardde in een panische vlucht, toen te ongeveer 13.30 stuka's met lichte bommen en mitrailleurs de troepen bestookten. Inmiddels was 2-III-29 R.I. in contact met de vijand gekomen en de C.C., die de terugtocht van zijn buren had opgemerkt, kon zijn mannen niet meer houden, zodat ook deze compagnie gaandeweg terugtrok door het inmiddels opgerukte 11-24 R.I. heen. Dit bataljon was ter weerszijden van de Weteringsteeg opgemarcheerd en was ten Z. van de Frieschen Steeg de omzwaai in de richting Kruiponder begonnen, waarbij de rechter-voorcompagnie ten Z. van de linker-voorcompagnie indraaide. Deze beide compagnieën liepen echter vast tegen de draadversperring voor de frontlijn (van 111-19 R.I.) en kwamen in gevecht met Duitsers, die uit de richting Kruipoader waren opgerukt. Toen 2-III-29 R.I. onder inwerking van de vijand begon terug te wijken, gelukte het weliswaar, 11-24 R.I. ter plaatse te houden, doch het bataljon raakte geïsoleerd en kwam ook uit Z. richting onder rechtstreekse druk van de Duitsers. Bij een bezoek van de B.C. aan de cp. van C.-29 R.I., met de bedoeling om nadere bevelen te krijgen, bleek deze vertrokken en de B.C. gaf daarna bevelen voor de terugtocht aan zijn compagnieën, die inmiddels reeds met terugtrekken waren begonnen. Te 13.30 waren alle bataljons in volle aftocht en hoewel C.-29 R.I. en zijn B.Cn. getracht hebben, de troepen ten W. van de spoorbaan tot staan te brengen, gelukte dit slechts voor een zeer klein deel. De door geen artillerie gesteunde troepen bleken de aanval tegen de eveneens aanvallende Duitsers niet te kunnen doorzetten, die wel door hun artillerie werden gesteund. Van invloed was tevens, dat een toegezegde steun van Engelse vlieg tuigen achterwege bleef. 423

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 449