waarts gaan had verplaatst, bij voorbeeld naar de cp. van C.-III-19 R.I., doch het is twijfelachtig, of hij van de ligging hiervan op de hoogte was. C.-I-20 R.I. en C.-III-29 R.I. hebben van deze cp. voor de verbinding met hun R.C. gebruik gemaakt. C.-III-29 R.I. berichtte te ongeveer 9.45 het bereiken van de eerste doellijn, terwijl dit met 1-29 R.I. eerst ongeveer 10.00 het geval was en nog slechts op de linkervleugel. Later kwam bericht, dat de rechtervleugel van 111-29 R.I. weder voorwaarts ging. Te ongeveer 11.30 ontving de R.C. bericht van C.-III-29 R.I., dat zijn linker- compagnie zodanig onder vuur werd genomen, dat zij op de eerste doellijn moest worden teruggenomen. De R.C. heeft hierop artillerievuur vóór die compagnie aangevraagd, welke aanvraag nooit bij de artillerie is aangekomen. C.-29 R.I. vermeldt in zijn verslag, dat hij te 12.10 opdracht aan C.-II-24 R.I. heeft gegeven, om een compagnie ter beschikking te stellen van C.-III-29 R.I., doch C.-II-24 R.I. vermeldt hieromtrent niets en er is in ieder geval geen uit voering aan gegeven. Te 14.00 vernam de R.C., dat de troepen terugtrokken, hetgeen hij spoedig zelf kon waarnemen. Wat was er inmiddels gebeurd? De Duitsers waren in de loop van de morgen uit de richting Kruiponder en meer zuidelijk en langs de Cuneraweg naar het W. en N.W. opgerukt. Ter bescherming daarvan werden de aanvallende Nederlandse troepen onder artillerievuur ge nomen te en rondom Achterberg, daarna ook verder oostelijk, terwijl inmiddels ook de Nederlandse artillerie werd bevuurd. Tussen 11.30 en 12.30 kwamen de Duitsers in contact met de Nederlandse troepen aan het eind van de Weteringsteeg, bij de Dijk en Z. van Achterberg. Dit oprukken hield gelijke tred met de vermeestering van de stoplijn van II-8 R.I. op de Laarsche berg. Op verschillende plaatsen joegen de Duitsers gevangen genomen Nederlandse soldaten, die zich van hun jas hadden moeten ontdoen, voor zich uit, die de aan vallende troepen toeriepen, zich over te geven. Toen bij de rechter compagnieën van 11-29 R.I. het teruggaan steeds grotere afmetingen begon aan te nemen en dit aan C.-29 R.I. was bericht, seinde deze terug; „de aanval krachtig voortzetten, artilleriesteun is aangevraagd, ik zend een compagnie van 11-24 R.I. ter versterking". Een desbetreffend bericht van de B.C. aan C.-2e Compagnie heeft deze nooit bereikt. De teruggaande beweging van de 2e en 3e Compagnie en de zich daartussen bevindende zw.mitr. ontaardde langzamerhand in een vlucht in de richting van kp. 26, welke oversloeg op de troepen van 1-29 R.I. C.-III-29 R.I., die ten slotte geïsoleerd in voorste lijn kwam, verplaatste zijn cp. naar De Frieschen Steeg, doch kon spoedig daarop niet anders doen, dan zich ijlings naar kp. 26 te begeven, ten einde te trachten, aldaar zijn compagnieën nog 427

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 453