de mannen en het materieel, waaronder een sectie pag., enige sectiën zw.mitr. en mortieren, niet in handen van de vijand te laten vallen. Aanvankelijk ging de majoor hier niet op in, doch, toen bevelen van C.-29 R.I. uitbleven, achtte hij te 23.00 verder ter plaatse blijven niet verantwoord en gaf hij bevel voor de terugtocht over Prattenburg, door het Amerongensche bos en Leersum. Hij kwam met zijn troep te 14 Mei 4.00 te Doorn aan, vanwaar te 4.45, gedeeltelijk per rijwiel, naar Utrecht werd afgemarcheerd. C.-II-24 R.I. trok met een gedeelte van zijn bataljon, vermengd met andere troepen, langs verlaten stellingen van 1-12 R.A. eveneens naar de door C.-10 R.I. bevolen stelling. De officieren van 1-4 R.A. hadden hem verzocht, om stelling te nemen, doch C.-II-24 R.I. ontdekte, dat dit reeds door andere onderdelen was uitgevoerd, zodat hij verder trok. Toen hij zijn bataljon verzamelde bij de viersprong te Prattenburg, marcheerde een bataljon van 10 R.I. in W. richting en vernam hij, dat alles moest terugtrekken achter de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Hij vertrok toen met het restant van zijn bataljon en marcheerde door de Prattenburgsche en Amerongen- schebossen naar Amerongen. Vandaar volgde hij verder de terugtocht van IV Div. naar het Oostfront-Vg.Holland. 1-20 R.I. was teruggetrokken langs de Cuneraweg en had stelling genomen ten zuiden van Bergzicht. De troep verkeerde nog steeds in een zenuwachtige stemming zodat telkens het vuur oplaaide. Hoewel van de vijand weinig te bespeuren was, vielen er telkens zonderling klinkende schoten op verschillende plaatsen voor en achter de troep, zonder dat patrouilles iets konden ontdekken. Ook werd er gebruik gemaakt van patronen, die met een op vuurwerk lijkend geknetter uiteenspatten en af en toe vielen er mortier-projectielen. De onrust onder de troep werd hoe langer hoe groter. Nadat de majoor zijn troep nog verder achterwaarts had geplaatst en de duister nis was ingevallen, werden plotseling in de omgeving van Veenendaal op meerdere punten vlammen waargenomen en geknetter gehoord 1). Tenslotte besloot hij, de uitgeputte troep enige rust te verschaffen en te midder nacht deed hij deze nabij Bergzicht onder dak brengen in verschillende huizen, zonder veiligheidsmaatregelen te treffen. Hij had een vage mening, dat de oor spronkelijke afgrendeling nog intact was. Zijn voornemen was, op 14 Mei te ongeveer 5.00 af te marcheren, doch reeds te 3.00 was hij zelf buiten zijn kwartier, waar toen toevallig een detachement van 10 R.I.onder bevel van een luitenant, langs trok, van wie hij vernam dat dit de laatste afdeling was, die terugtrok. Niettegenstaande hij nu toch tot de ontdekking moest komen, dat hij geïsoleerd was, besloot hij toch nog tot 5.00 te wachten met de afmars en verzuimde hij, alsnog de nodige veiligheidsmaatregelen te treffen. Er was in de omgeving in een barak een cantine ontdekt, waar tegen 5.00 aan de manschappen enige eetwaren werden uitgereikt. Op dat ogenblik werd de troep verrast door Duitse patrouilles en onder hevig geschiet stoof zij uit elkaar. De 436 In brand gestoken munitievoorraden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 462