Voor IV Div. waren op 13 Mei dus beschikbaar als D.A.: I, III-8 R.A., 1-16 R.A. en II-4 R.A. (in stelling staande in het vak van II Div.) en van de L.K.A.: 1-15 R.A.; deze drie Afdelingen van 7 veld en twee Afdelingen van 15 cm hw. vormden, mits goed gebruikt, toch een sterke artilleriekracht. De D.A.C. werd in kennis gesteld met de op handen zijnde tegenaanval op 12 Mei te ongeveer 23.00. Veel tijd van voorbereiding voor de te 4.30 af te geven vuren was er dus niet en wij deelden reeds mede, dat dit een der redenen is ge weest om de rechtstreekse steun uit te schakelen en te volstaan met een aantal vuurconcentraties op het aanvalsuur, die aanvankelijk op de frontlijn, doch bij nadere overweging ten oosten daarvan waren geprojecteerd. Het is noodzakelijk hierop nader in te gaan. Aanvankelijk waren vuren bij Kruiponder, ten Z.W. daarvan, op Heimerstein en op het voorm. Hoornwerk ontworpen. Deze werden ook in het bevel voor C.-29 R.I. opgenomen en werden daarin genoemd. Bij nadere overweging besloot de D.C. deze vuren iets meer oostelijk en wel ten oosten van de frontlijn te leggen, omdat men vermoedde, dat in de frontlijn nog eigen troepen waren achtergebleven. Wanneer men nu nagaat, dat de D.C. met zekerheid kon weten, dat de Duitsers zich bij 1-8 R.I. en het zuidelijk deel van II-8 R.I. vóór de stoplijn bevonden, dat dus de Grebbesluis en het complex Heimerstein in hun handen waren, dat het noordelijk deel van de tussenverdediging van II-8 R.I. was losgelaten, dat men de frontlijn ten N. van Heimerstein had zien ontruimen en dat met de grootste waar schijnlijkheid mocht worden aangenomen, dat Kruiponder door de eigen troepen was ontruimd, dan is het onbegrijpelijk, waarom de aanvankelijk ontworpen vuren niet werden uitgevoerd en er geen vuur vóór de stoplijn bij I en II—8 R.I. werd afgegeven. Op de cp. van de D.A. is men de af te geven vuren in coördinaten gaan vast leggen en deze gegevens werden aan de vier Afd.Cn., die op de cp. waren ont boden, gedicteerd. Deze gegevens met de oorspronkelijke vuurregelingskaart zijn nog aanwezig en komen overeen met de bewaard gebleven gegevens van enkele Afdelingen. Men zou nu verwachten, dat de oorspronkelijk gedachte vuren alle iets ooste lijker vóór de frontlijn zouden zijn geprojecteerd, doch uit de gegevens blijkt, dat er een vuur (655) werd voorbereid op het Nieuwe Kanaal ten O. van Kruip onder en drie vuren (652, 653 en 654) in de terreinen bij Anna's hoeve en west daarvan. Vuur 655 viel op de weg langs het Nieuwe Kanaal, die een belangrijke opmars richting voor de Duitse aanvalstroepen vormde, doch de belangrijke wegen^ die naar de Grebbesluis voerden, werden niet in die concentraties opgenomen. De terreinen bij Anna's hoeve waren voor gereedstelling wel belangrijk, doch hadden niet het grote belang van de omgeving van de Grebbesluis. Deze voorbereidingen kunnen niet in de bedoeling van de D.C. hebben gelegen en er moet in de staf van de D.A.C. dan ook een betreurenswaardige vergissing 439

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 465