Te ongeveer 12.00 was de indruk van het terugtrekken van ongeordende troepen afdelingen langs de kunstweg van dien aard, dat de Bt.C. hierin aanleiding vond, een bevel te geven voor het aantrekken van de voorwagens dat echter nog niet werd uitgevoerd. Te ongeveer 12.15 kreeg de Bt.C. opdracht van de Afd.C., de westelijke uit gang van Rhenen met vuur af te sluiten. In verband met de geruchten omtrent het bezetten van de Koerheuvel door de vijand, deed de Bt.C. in die richting enige schoten afgeven met bgkt.O, met het gevolg, dat de batterijen, die opgesteld stonden ten N. en O. van de Koerheuvel, de indruk kregen, dat de vijand zich reeds achter hun opstellingen bevond. Later kreeg men de indruk, dat de batterij uit N.W. richting door een Duitse mitrailleur werd bevuurd, hetgeen aanleiding voor de Bt.C. was, het linker stuk 160° van richting te doen veranderen en het bgkt. vuur af te geven in die richting. Dit was echter ook juist de richting van de cp. van de D.C. en het resultaat was, dat van de bewakingssectie van deze cp. enige mannen zwaar werden gewond; de D.C. heeft hieruit de conclusie getrokken, dat de Duitsers van nabij op de cp. schoten. Toen na enige tijd ten onrechte geruchten werden geloofd, dat de Duitsers in de onmiddellijke nabijheid van de batterij waren, verliet de Bt.C. met de gehele bezetting in grote haast de batterij, waarvan de vuurmonden door de batterij officieren tijdelijk onbruikbaar werden gemaakt. Ter hoogte van de Stokweg (de toegang naar de cp. van de D.C.) werd deze vluchtende bediening door politie- troepen opgevangen en daarna wisten enkele officieren en onderofficieren de batterij weer normaal te doen bezetten, doch de Bt.C. bleef nog geruime tijd van het toneel verdwenen. Te 13.30 kwamen de voorwagens (met achterspannen), die op last van de Afd.C. naar voren waren gezonden met de opdracht, de batterij te doen terugtrekken in de richting Amerongen. De batterij reed daarop naar Eist, waar ook de midden- en achterspannen werden aangespannen en vervolgens kreeg de oudste luitenant, optredend als Bt.C., opdracht, in stelling te komen bij Paardekop, N.W. van Eist. De 2e Batterij, in stelling bij de Veenendaalsche weg, werd gecommandeerd door een weinig voortvarende Bt.C., hetgeen echter werd goedgemaakt door twee zeer actieve luitenants. Een dier luitenants heeft zelfs het loffelijk initiatief ge nomen om, zonder toestemming te vragen aan de Bt.C., vuur te openen op doelen, die hij ontdekte, o.a. op een batterij aan de Haarweg, op een geschutsopstelling in de Nude en op een infanteriecolonne ten O. van Kruiponder. Een der vuur monden viel uit, terwijl daarna een tweede vuurmond onbruikbaar werd door twee achtereenvolgens inslaande Duitse projectielen, zodat er met twee vuur monden werd doorgevuurd. Te 11.45 belde de Bt.C. de Afd.C. op, doch kreeg geen gehoor. Toen later met ordonnansen verbinding werd gezocht, bleek de cp. verlaten te zijn. Er werd ge- tracht, bij 1-III-8 R.A. bevelen van de D.A.C. te krijgen, doch dit gelukte niet. 443 De D.A.C. had aan de D.C. voorgesteld, zekerheidshalve de voorwagens naar de omgeving van de batterijen te doen brengen, doch de D.C. had dit ongewenst geacht.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 469