Nochtans raakte hij het hoofd niet kwijt, doch bleef hij, volgens verklaring van verschillende getuigen, rustig en beheerst. Te 12.32 kwam bij C.-IV Div. het verzoek binnen van C.-Brig. A om de spoor brug te laten springen, aangezien volgens die brigadecommandant het noordelijk deel van de spoorbrug reeds geruime tijd door de Duitsers was bezet. C.-IV Div. gaf bevel aan C.-4 C.Pn., de spoorbrug te vernielen. Hoewel deze laatste beweert, daartoe opdracht te hebben verstrekt, is hieraan geen uitvoering gegeven; de springploeg was niet meer bij de spoorbrug aanwezig Zowel de D.C. als C.-4 C.Pn. hadden na de oorlog de overtuiging, dat de spoorbrug te ongeveer 13.00 op hun bevel de lucht in was gegaan. In werkelijkheid is de brug eerst te 19.15 gesprongen, als gevolg van het laatste schot van een batterij van 22 R.A., die met directe richting een tijdlang op de brug heeft gevuurd. Te ongeveer 12.30 kwam de luitenant-adjudant van 11-19 R.I. op de cp. van C.-IV Div. berichten, dat C.-4 R.H. zijn cp. had verlaten, zonder nadere bevelen achter te laten. De D.C. gaf die luitenant opdracht, aan C.-II-19 R.I. op te dragen, met zijn bataljon stand te houden en het bevel over de aanwezige troepen aan de spoorweg weder op zich te nemen. Het feit dat de huzaren, waarop de D.C. zijn volste vertrouwen had gesteld, de spoorbaan hadden verlaten, maakte grote indruk op hem en zijn omgeving. Kort na het bezoek van bedoelde luitenant-adjudant zijn plotseling een serie mededelingen en berichten op de cp. binnengekomen, die, na alle tegenslag, in de opwinding van het ogenblik aanleiding werden, de cp. te verlaten. Uit berichten bleek, dat grote horden van gedemoraliseerde troepen langs de kunstweg in de richting Eist trokken en eveneens, dat bij kp. 26 aan de spoorweg troepen in W.richting terugtrokken, Een ander bericht luidde, dat de Duitsers reeds tot 300 m van de cp. waren genaderd en bovendien werden gewonden bij de bewakingssectie gemeld 2). Hierbij moet worden medegedeeld, dat reeds geruime tijd in het gebied rondom de cp. nu hier, dan daar werd geschoten. Uit alles werd de conclusie getrokken, dat de divisie in paniek terugstroomde met de Duitsers er achter aan en dat deze reeds tot op zeer korte afstand waren ge naderd. De D.A.C. had zelfs bevel van de D.C. ontvangen, zich gereed te maken voor de nabijverdediging en hij en zijn personeel hadden de pistolen gereed en extra munitie in de zak gestoken; de toegangen tot zijn cp. had hij door posten laten bezetten. Het schijnt, dat de D.C. aanvankelijk van plan was, de cp. tegen de naderende vijand te verdedigen, doch daarna van gedachten is veranderd. Vrij plotseling besloot hij, zijn cp. te ontruimen en te Eist te trachtten, de terug trekkende troepen weder tot staan te brengen. De cp. werd in grote haast verlaten en de D.C. begaf zich naar Eist3), terwijl 457 1) C.-Brig. A heeft van de zuidoever af eveneens pogingen tot vernieling doen aanwenden, die door vuur werden verhinderd. 2) Deze waren het slachtoffer geworden van het vuur van 1-1-8 R.A., afgegeven in de richting van de cp. 3) Met zijn auto naar de kunstweg rijdende, passeerde hij een kapitein van 111-24 R.I., wie hij toeriep, dat naar het W. moest worden teruggetrokken.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 483