de chef van de staf op de kunstweg ter hoogte van de cp. achterbleef. Te zamen met enige officieren van de staf trachtte de D.C. bij Eist de terugtrekkende troepen op te vangen en te doen stelling nemen. De D.A.C. werd door de paardenarts gewaarschuwd, dat de D.C. was ver trokken. Hij deed nog door de C.-Vbd.A. aan III-8 R.A. bevelen, de stukken onbruikbaar te maken en op Eist terug te trekken; aan 1-16 R.A. werd eveneens telefonisch opgedragen, op Eist terug te trekken. Beide bevelen werden zonder codewoord gegeven, zodat de beide Afd.Cn. hier eerst gevolg aan hebben gegeven, nadat zij zich hadden overtuigd, dat de cp. was verlaten. Ook is er, eveneens zonder codewoord, aan C.-III-24 R.I. getelefoneerd, naar het W. terug te trekken. C.-I-8 R.A., die de D.A.C. zag vertrekken, gaf opdracht aan C.-1-I-8 R.A., om op Eist terug te gaan en voegde zich bij de D.A.C. Het verlaten van de cp. geschiedde zo overhaast, dat de kapitein-adjudant in zijn onderkomen er niets van had gemerkt. Deze vernam het vertrek van de staf eerst, toen te 13.30 een officier bij hem binnen kwam, die zelf plotseling had ont dekt, dat de cp. was verlaten, toen ook bleek, dat de bewakingssectie van 11-19 R.I. was vertrokken. Hij vernielde de nog intact zijnde telefoontoestellen en begaf zich naar de kunstweg, waar hij, behalve terugtrekkende soldaten, een chaos van voer- tuigen, hollende paarden en auto's zag. Bij Eist vond hij enige officieren van de staf bezig met het opvangen en in stelling brengen van troepen. De inlichtingsofficier van de staf, die naar C.-19 R.I. was gezonden en omstreeks 12.30 zijn laatste telefonische bericht over het verloop van de tegenaanval had gegeven, had toen opdracht ontvangen, naar de cp. terug te keren, die hij bij aan komst verlaten vond. Op de kunstweg trof hij daarna de chef van de staf aan, die hij ter zijde stond bij het in stelling brengen van troepen. In verband met de geruchten over de bezetting van de Koerheuvel, die zoveel onrust hebben gezaaid, volgt hieronder een reconstructie der feiten, voor zoveel dit mogelijk was. Vermoedelijk is de onrust ontstaan, toen de artillerie-officier-inlichter van de voorposten van 8 R.I. (via de Betuwe teruggekeerd), in een soldatenjas gekleed, op de watertoren was gekomen en het personeel van de lichtmeetpost had mede gedeeld, dat het daar te gevaarlijk was. Dit personeel is toen te ongeveer 9.00 ver trokken en deelde de C.-Lichtmeetafdeling in Amerongen mede, dat op last van een officier de post Koerheuvel was verlaten en door Duitsers in Nederlandse uniform was bezet. De kapitein, C. van de A.M.C., de kapitein C. van de lichtmeetdienst, een luitenant, enige wachtmeesters en enig personeel van de post hebben zich daarop naar de Koerheuvel begeven, waar echter geen vijand aanwezig bleek; de telefoon was vernield zodat de post, zonder verbindingen, niet meer kon functioneren. Toch werd hij, vermoedelijk omstreeks 11.30, opnieuw bezet. De keuken van het restaurant onder de toren vertoonde toen de sporen van een artillerie-treffer (die door 1-1-8 R.A. daarop was geplaatst; zie hierna). Er werd daarop verbinding gezocht door middel van het P.T.T.net met behulp van het 459

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 485