lamp wist de C.C. zijn B.C. nog in te lichten over de toestand aan de Slaperdijk
en deze beloofde, te zullen trachten om via het fort Buurtsteeg daarmede ver
binding te krijgen.
Te 19.45 bracht een door de B.C. gezonden sergeant het bevel om terug te
trekken, doch het bleek niet mogelijk, per seinlamp bevestiging te verkrijgen.
Na enige aarzeling besloot de C.C. echter terug te trekken, doch de pogingen,
om dit aan de Slaperdijk met een patrouille te berichten, bleven vruchteloos, zodat
de kapitein tenslotte met de rest van zijn compagnie op de hws. terugtrok, waar
hij de B.C. aantrof. Bij zijn aankomst was het inmiddels donker geworden en
bleek de hws. reeds verlaten en ook nu was het onmogelijk, de bezetting van de
Slaperdijk te waarschuwen, zodat de terugtocht zonder deze werd aanvaard.
In het linker voorpostenvak, bezet door 1-1-22 R.I., versterkt met een sectie
zw.mitr., was de opstelling als volgt (zie schets/kaart Nr. C. 1):
De 2e Sectie, versterkt met een groep van de 3e Sectie, onder bevel van een
luitenant, bezette de vps. van de boerderij Het Hol tot de omgeving van Raven
horst. De voorm. Schans aan de Groeperkade was bezet door de le Sectie, ver
sterkt met een groep van de 3e Sectie, onder bevel van een luitenant en de le
sectie zw.mitr., onder bevel van een luitenant. Kort daarachter bevond zich de
cp. van de C.C.
Het linker gedeelte werd verdedigd door de 4e Sectie, versterkt met een groep
van de 3e Sectie, onder bevel van een luitenant.
In de avond van 12 Mei was men reeds tot de ontdekking gekomen, dat de
voorposten van 15 R.I. waren verdwenen. Slechts twee soldaten waren achter
gebleven bij het steunpunt van zw.mitr. bij De Beek op de scheidingslijn tussen
15 en 22 R.I.
In de loop van de morgen was vuur van de vijand ontvangen uit de omgeving
van Engelaar, waar de vijand met mortieren scheen te hebben post gevat. Later
werd hij daaruit door een goed liggend artillerievuur verdreven.
Als gevolg van bevelen van de B.C. werden opstellingen geschikt gemaakt voor
vuur naar achteren.
Nadat te 12.00 de telefoonverbinding was verbroken, was per vuurpijl munitie
gevraagd, die niet was aangekomen, terwijl men waarnam, dat de Duitsers uit de
lucht werden bevoorraad.
In de namiddag ging de vijand na voorbereidend artillerievuur tot de aanval
over, waarbij het zwaartepunt op de voorm. Schans aan de Groeperkade lag. Toen
de vijand, gebruik makende van dode hoeken, de Schans wist te naderen, ontstond
er een paniek, die de C.C. wist te bezweren. Met moeite wist hij zijn personeel
weer in de opstellingen te krijgen en door handige verplaatsingen van de mitrail
leurs de vijand in bedwang te houden. Enkele doorgedrongen Duitsers werden
teruggewezen, waarna het wat rustiger werd, zodat enige gewonden konden worden
afgevoerd.
Door flankerend vuur werd de nadering van de vijand in het rechter sectievak
belet, doch te ongeveer 20.00 vernam de C.C. van een sergeant, dat zijn rechter
sectie was teruggetrokken. Een andere sergeant meldde, dat hij reeds in de middag
478