aanbreken van de dag hun opstellingen opnieuw moesten bezetten. Even voor het aanbreken van de dag trokken deze weder door de inundatie naar voren, doch de opstellingen werden niet meer volledig bezet. De C.C. betrok een nieuwe cp. op ongeveer 1 km meer westelijk dan die van de vorige dag, op korte afstand vóór de tankgracht van de hws. Het rechter gedeelte van de voorposten (2 sectiën tirailleurs, 2 zw.mitr. en 15 Bt. 6 veld min een stuk) kwam niet verder dan het centrum van Scherpenzeel. In de stelling van de zw.mitr. op de uiterste rechter vleugel waren twee man, die hun sectie waren kwijt geraakt, teruggekeerd en deze hadden met 1-1-22 R.I. contact gezocht en de mitrailleurs weer in stelling gebracht. Er was dus een gat tussen Scherpenzeel en de voorposten van 22 R.I., waardoor later de vijand zonder strijd in de richting van Lambalgen kon opdringen. De opstellingen ter weers zijden van de weg naar Barneveld (Renesseweg) zijn echter wel ingenomen, evenals die ten W. daarvan. In de vroege morgen waren pantserwagens waargenomen tussen Renswoude en Scherpenzeel en in verband daarmede waren 29 C.Pag. (van Brig. B) en 43 C.Pag. (van IV L.K.) bij 15 R.I. ingedeeld. Laatstgenoemde compagnie werd op verzoek van C.-IV L.K. te 10.45 weder teruggezonden, terwijl van 29 C.Pag. 2 stukken werden ingedeeld bij 11-15 R.I., waarvan één stuk in stelling werd gebracht bij de Potbrug, één stuk bij de overweg in de spoorweg Amersfoort-Veenendaal. De indeling van de rest dezer compagnie is niet meer bekend. Evenals in het vak van 22 R.I. ging de vijand ook in het vak van 15 R.I. tot de aanval over na een artilleriebeschieting op Scherpenzeel, die later westwaarts werd verlegd. De aanval had plaats ter weerszijden van de kunstweg Barneveld-Scher- penzeel, waar de vijand er in slaagde, de voorpostensectie gevangen te nemen. De sectiën, die het centrum van Scherpenzeel hadden bereikt, weken, toen de vijand opdrong, uit naar Wittenburg op de linker vleugel van de voorposten, waarheen ook de voorpostencommandant zijn cp. verplaatste. Hij is daar met het restant van zijn voorposten zonder verbinding met de hws. gebleven en kwam eerst in de ochtend van 14 Mei bij een verkenning tot de ontdekking, dat de hws. verlaten was, zowel in het eigen vak als in het vak van 21 R.I. (van VIII Div.). In de middag van 14 Mei trok hij met zijn onderdeel op Woudenberg terug, waar hij te 17.00 in handen van de Duitsers viel. Van de sectiecommandanten bevonden zich toen twee luitenants in zijn gezelschapeen luitenant was in de loop van 13 Mei met zijn sectie gevangen genomen, terwijl een luitenant en een vaandrig zich zonder daartoe ontvangen last naar het vak van 21 R.I. hadden begeven en niet waren teruggekeerd. Na de vermeestering van Scherpenzeel zetten de Duitsers hun aanval voort op het frontlijngedeelte tussen de kunstweg naar Woudenberg en de Broekerbrug, met het zwaartepunt op Lambalgen. De ontketende stormvuren en afsluitings vuren en het drassige terrein beletten hen, de frontlijn te bereiken. De samenwerking met de artillerie was goed. De volgende vuren werden afge geven: Vuur 271 (op de W.rand van Scherpenzeel) en 274 (tussen Wittenberg en de frontlijn op de kunstweg naar Voskuilen); later vuur 273 (nabij de boerderij 481

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 507