waardoor de opmarsweg in die plaats verstopt raakte. De inzet werd daardoor vertraagd, zodat het begin van de aanval moest worden verschoven naar 13.25 (Ned. tijd). I.R. 366 en I.R. 412 begonnen op dat uur de aanval. I.R. 366 viel aan met I rechts, I/I.R. 328 links, met de scheidingslijn van Gr. Wolfswinkel, Z. langs Huize Scherpenzeel naar het W. verlengd. Het regiment kwam goed vooruit, vermeesterde de versterkingen aan de kunstweg bij Huize Scherpenzeel, voor een deel onder heftige tegenstand van de vijand en bereikte de W.uitgang van Scherpenzeel, waar het regiment voor de intacte, door inun daties, tankgrachten en onbeschadigde draadhindernissen beveiligde, hoofd- weerstandslijn van Woudenberg tot Lambalgen bleef liggen. De verovering van het sterk ter verdediging ingerichte Scherpenzeel gelukte in het bijzonder door het goedliggende geconcentreerde vuur van de gezamenlijke artillerie van de divisie. De rechtervleugel van I/I.R. 328 bereikte het gebied Z.W. van Holevoet, doch de linkervleugel bleef hangen tegen de Lunterensche Beek. Verband met I.R. 412 was er niet. Het dagboek vermeldt sterke vijandelijke artilleriewerking op Scherpenzeel en veel „Heckenschiitzenunwesen"bovendien (geheel ten onrechte overigens), dat te midden van hun troepen, door burgers telefonisch ingelicht wordende verborgen Nederlandse waarnemers het artillerievuur leidden. Er moesten maatregelen worden genomen voor verband met de ver achter gebleven rechtervleugel van I.R. 412. I.R. 412 viel aan met III rechts en II links, met de rechtervleugel langs de boerderij Engelaar. Het regiment kwam door het vuur op de linker flank niet voorwaarts en tegen de avond werd het Ie Bataljon voor een aanval met begrensd doel op Klein en Groot Ravenhorst r) ingezet. Het Ille Bataljon bevond zich feitelijk nog in het opmarsvak van I.R. 366. De divisiereserve I.R. 328 (min I) werd te 15.05 (Ned. tijd) uit Lunteren naar voren gezonden naar Klein Sprakelaar-Mariënhof en ontving tegen de avond bevel, de linker flank van de divisie ten O. van Renswoude te beveiligen en de steeds toenemende storingspogingen van de vijand op te vangen. Na het invallen van de duisternis werd de druk op de linker flank zo groot, dat naast II/I.R. 328 nog delen van III/I.R. 328 voor beveiliging moesten worden ingezet 2). Tegen de avond werd de aanval op bevel van de D.C. afgebroken, teneinde de eenheden voor de aanval op 14 Mei opnieuw gereed te stellen. De volgende lijnen waren bereikt: - door I.R. 366: Wolfabriek-Holevoet-Scherpenzecl; - door I.R. 412: zuid van Engelaar-Ravenhorst-Gr. Ravenhorst. Dit regiment stond dus ver achter bij I.R. 366. 485 x) Dit waren twee boerderijen in de voorpostenstrook van 22 R.I., waarvan slechts de eerste was bezet. Zij heette niet Klein Ravenhorst, doch Ravenhorst. 2) Hieruit blijkt, welke invloed het vuur van de voorposten had op de Duitse aanvallen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 511