C.-II L.K. had geen afschrift ontvangen van het bevel, dat C.-IV Div. voor 13 Mei had uitgegeven; wel was dit hem telefonisch in grote trekken medegedeeld, zonder dat hij hoorde, waar de artillerievuren zouden worden gelegd x) en boven dien had de kapitein van het H.K.V. hem ingelicht. Nog vóór diens komst had C.-II Div. hem opgebeld, medegedeeld, dat hij en zijn D.A.C. en de beide regimentscommandanten der infanterie op namens de C.V. door diens inlichtingsofficier gegeven bevelen weder naar hun cpn. hadden kunnen terugkeren en dat van de drie Afdelingen artillerie van II Div., die aan vankelijk beschikbaar waren gesteld, slechts II-4 R.A. voor de tegenaanval be schikbaar behoefde te blijven. Sedert de vroege morgen van 13 Mei vertoonde de vijand voor II Div. grotere activiteit. Op verzoek van C.-II Div. gaf 1-19 R.A. te 3.40 storend vuur af in de omgeving van Ederveen, hetgeen verband hield met de vermelde gebeurtenissen bij de voorposten van 22 R.I. Te 4.30 meldde C.-II Div. pantserwagens nabij Scherpenzeel en daar dit ver sterking van de pantserafweer bij de kunstweg Scherpenzeel-Woudenberg gewenst maakte, gaf C.-II L.K. opdracht aan C.-IV Div., een compagnie pag. naar Woudenberg te zenden, ter beschikking van C.-15 R I., terwijl hij aan C.-IV L.K. verzocht, eveneens een compagnie pag. daarheen te zenden 2). Te 6.15 meldde C.-II Div. wederom pantserwagens en artillerie met tractors ten O. van Scherpenzeel en hij drong aan op het zenden van versterkingen. Hij verzocht, te doen nagaan, of het niet mogelijk was, een bataljon van IV L.K. (dat niet werd aangevallen) beschikbaar te stellen. De L.K.C. heeft hier geen gevolg aan gegeven, niettegenstaande hij 111-20 R.I. nog te Maarn beschikbaar had 3). Wel droeg hij, toen C.-IV Div. daarna (6.20) meldde, dat de tegenaanval was in gezet, deze op om, zodra het hernemen van de frontlijn vaststond, het bataljon van II Div. (11-11 R.I.) daarheen terug te zenden. Te 6.45 deelde C.-IV Div. echter mede, dat de uitgangsstelling nog niet eens was ingenomen. Nadat was gebleken, dat het voor de vroege morgen beloofde Engelse lucht bombardement niet kon plaats hebben, waren door de O.L.Z., op verzoek van de C.V., de beschikbare vliegtuigen van 2 Lv.R. voor een aanval ter beschikking ge- 488 C.-24 R.I., 111-24 R.I. en 11 G.B. bij Remmerden; 111-20 R.I. en 1-42 R.I. 9 Afd.A. Zoals bij IV Div. werd medegedeeld, waren aanwezig: C. en St.-Brig.B te Amerongen, door een misverstand niet ingeschakeld. 10 en 20 M.C. te Eist. C.-24 R.I., 111-24 R.I. en 11 G.B. te Remmerden. 111-20 R.I. te Maarn. Hij heeft dit eerst na de oorlog vernomen. 2) C.-IV Div. heeft 29 C.Pag. van Brig. B, die nog te Amerongen beschikbaar was, naar 15 R.I. gezonden, terwijl C.-IV L.K. 43 C.Pag. zond. Deze laatste was geformeerd uit stukken pag., die met 43 R.I. van de IJssel waren teruggetrokken. 3) Zoals reeds werd medegedeeld, was 1-42 R.I. te 2.30 door C.-II L.K. naar IV L.K. teruggezon den en werd 111-20 R.I. te 10.30 naar IV Div. gezonden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 514