steld. Een viertal vliegtuigen werd onder bescherming van jagers ingezet, om een bombardement op vijandelijke artillerie bij Oranje-Nassauoord uit te voeren. Dit bombardement was precies te 4.30 (het voorgenomen tijdstip, dat de tegen aanval moest starten) uitgevoerd, op een ogenblik, dat geen Duitse vliegtuigen in de lucht waren; het moreel der eigen troepen was daardoor gestegen. Van het H.K.V. kwam daarna bericht binnen, dat door de vliegers ontstellend zichtbare concentraties van troepen ten W. van Rhenen waren waargenomen (vermoedelijk troepen en treinen van Brig. B) en voorts, dat een Duitse batterij was gebombar deerd, dat te Wageningen veel troepen waren waargenomen en dat gronddoelen waren aangevallen. Dit bericht is, zoals werd medegedeeld, aanleiding geweest voor het afgeven van de vuurconcentraties op Wageningen, op last van de L.K.A.C., door 1-15 R.A., 1-8 R.A. en III-8 R.A. van 6.10 tot 8.15. Te ongeveer 8.00 gaf C.-II L.K. bevel aan C.-II Div., de goederen- en levens- middelentreinen op de daartoe aangewezen plaatsen te doen verzamelen x). Omstreeks dit tijdstip deed C.-IV Div. een verzoek aan C.-II L.K. om de moge lijkheid van aflossing van zijn Div. te overwegen en toen C.-II L.K. hieromtrent vanzelfsprekend geen verzekering kon geven, deelde C.-IV Div. mede, dat hij het dan niet lang meer zou kunnen houden. Te ongeveer 8.35 berichtte de C.V., dat te 11.00 een bombardement door Engelse vliegtuigen zou worden uitgevoerd op de lijn Grebbe-Kruiponder. Nadat dit aan C.-IV Div. was medegedeeld, verzocht deze, dit bombardement meer oostelijk te doen uitvoeren, welk verzoek aan de C.V. werd doorgegeven. Te 8.40 gaf C.-II L.K. aan 20 M.C. te Doorn opdracht, zich te Eist ter be schikking van C.-IV Div. te stellen (verplaatsing door II Aut.Bat.) en, met de mededeling hiervan aan C.-IV Div., gaf hij deze de opdracht, de orde in de troepen die uit het gebied ten O. van de spoorweg terugvloeiden, aan de spoorweg te doen herstellen. 11-15 R.A. en 1-19 R.A., beiden Afdelingen van de L.K.A., werden onder de bevelen gesteld van C.-II Div. 2). Van C.-II Div. werd bericht ontvangen, dat voor de voorposten van 10 R.I. geen vijand aanwezig was en dat er met de voorpostencommandant van 15 R.I. weder verbinding was verkregen, doch dat niet bekend was, in hoeverre die voor posten hun opstellingen weder geheel hadden ingenomen. Voorts berichtte deze D.C., dat met succes artillerievuur op pantserwagens was afgegeven en dat deze daarna niet meer waren gezien. Toen het gevaar bij 15 R.I. aldus scheen geweken, kon C.-II L.K. te 9.35 bevestigend antwoorden op het verzoek van C.-IV L.K. of 43e Comp.Pag. weder naar dat L.K. kon worden teruggezonden. (Deze com pagnie vertrok te 10.45). Inmiddels berichtte C.-IV Div. te 9.30, dat de aanval te 8.00 met drie bataljons 489 1) Blijkbaar wilde C.-II L.K. op alles voorbereid zijn. C.-II Div. gaf zodanige bevelen, dat er geen verkeerde conclusies uit konden worden getrokken. 2) Dit wordt afgeleid uit de gegevens van II Div. In hoeverre een soortgelijke maatregel werd genomen ten opzichte van de Afdelingen der L.K.A. in het vak der IV Div., blijkt nergens.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 515