Graad 3. Voorposten en Frontlijn bezet. De mogelijkheid bestond, dat dit bevel voor de grote eenheden noord en zuid van de Rijn-Lek afzonderlijk zou worden gegeven. Graad 4. Stellingen bezet. Oorlogstoestand treedt in Afzonderlijk zou worden gelast: 27 De stellingvoorposten moesten worden bezet op zodanige wijze, dat de voorpostendienst lang durig kon worden volgehouden. In de frontlijn moesten op de belangrijkste plaatsen de automatische wapens kunnen worden bediend. De artillerie, aangewezen voor steun aan de voorposten, alsmede die voor vuur op grote af standen, moest in stelling worden gebracht, gereed voor het uitvoeren van haar opdrachten. De overige troepen moesten, voor zoveel niet aan het werk, zodanig in en achter de stelling legeren, dat deze in een tijdsverloop van twee uur volledig kon worden bezet. De vierdaagse noodvoorraden, conserven, enz. moesten naar de daarvoor bestemde bergruimten worden overgebracht. Telefoon-, radio- en verreschrijfposten moesten dag en nacht worden bezet, de munitiedepots worden ingericht, de munitie uit de voertuigen ontpakt en in de munitiedepots worden opgelegd. De hulpposten van de geneeskundige dienst bij de voorposten moesten worden bezet. Een sectie van de IV Vb.A., resp. de II Vb.A. zou voor het inrichten van een hoofdverbandplaats ter beschikking van Brigade A, resp. Brigade B, komen, evenals een sectie van I-IV Aut.Bat. Alle posten bij de grondmijnversperringen nrs. 3 en 4 in Rijn en Waal moesten doorlopend volledig worden bezet, met 's nachts de zoeklichten in bedrijf en de vaartrein verspreid. Materiaal enz., dat vóór de stellingen aanwezig was, moest zo spoedig mogelijk achter de frontlijn worden gebracht. Gehuurd materiaal zoals draglines, zandautomobielen, enz. moesten worden afgedankt, zo mogelijk elders (achter de hws.) worden werkzaam gesteld en verplaatst. De arbeid van burgers in de hws. moest eindigen. Voor de frontlijn aanwezige troepen en vernielingsdetachementen moesten gereed zijn, om twee uur na ontvangen bevel aan te vangen met de uitvoering van hunne opdrachten. De stellingen moesten geheel worden bezet met indeling van de dienst zodanig, dat de bezetting langdurig kon worden volgehouden en de hardnekkige verdediging op elk ogenblik kon worden gevoerd. Vooruitgeschoven troepen moesten hun opdracht uitvoeren. De ontstekingsmiddelen aan de te vernielen objecten vóór de frontlijn moesten worden aange bracht, behalve die aan de spoorbruggen, waarvoor afzonderlijke bevelen zouden worden gegeven. De geneeskundige- en veterinaire formaties moesten volledig worden ingericht en bezet. Bij het sluiten der permanente hindemissen (asperges) mochten op dit bevel de draden nog niet worden doorgeknipt. Hindernissen, bestaande uit verhakkingen, waarbij gebruik werd gemaakt van springmiddelen, mochten op dit bevel niet worden gesteld. Deze beide handelingen moesten geschieden, tegelijk met het uitvoeren van de vernielingen, dus op het bevel „vernielen". Bij de nadering des vijands of, indien met zekerheid moest worden aangenomen, dat de kans bestond, dat de hindernis ongesloten in 's vijands handen zou vallen, moest zelfstandig door de commandant ter plaatse tot het sluiten worden overgegaan, waarbij alsdan de draden van de per manente hindernissen moesten worden doorgeknipt en de verhakkingen moesten worden gesteld. Alle goederen, waaraan in de stellingen geen behoefte bestond, moesten naarmate daartoe gelegenheid was, via het eindstation worden afgevoerd. le. Het volledig sluiten der hindernissen op de spoorbruggen. 2e. Het op scherp stellen z.n. leggen van landmijnen. 3e. Het uitvoeren van opruimingen. 4e. Het geheel sluiten der versperringen. 5e. Het verlenen van de machtiging tot „vernielen".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 51