dat de bevelen van C.-IV Div. geen juiste uitvoering vormden van het door hem
gegeven bevel, dat uitdrukkelijk bepaalde, dat de aanval eerst moest worden in
gezet, zodra de vijand definitief tot staan was gekomen. C.-IV Div. had nl. niet
slechts de afgrendeling geregeld, doch tevens de aanval voor de volgende morgen
bevolen.
De vraag rijst, waarom hij bij een zo principieel verschil niet ingreep.
Naderhand had C.-II L.K. veel kritiek op de regeling van de aanval, vooral op
het artilleriegebruik, waarvan hij in de nacht van 12 op 13 Mei niet op de hoogte
zou zijn gebracht.
Behalve de van de inlichtingsofficier ontvangen inlichtingen had hij zich echter
gedetailleerd op de hoogte moeten en kunnen stellen van de uitvoering van zijn
bevel door C.-IV Div.
Er werd reeds vroeger op gewezen, dat in het door C.-II L.K. gegeven bevel
verschillende details, die voor het besluit van C.-IV Div. van essentiële betekenis
waren, niet waren medegedeeld, zodat het voor deze zeer moeilijk was, zich
een beeld te vormen van de vele onderdelen, die hij ter beschikking kreeg, de
plaats, waar deze zich bevonden en de toestand, waarin zij verkeerden. Het bevel
van C.-II L.K. wekte bovendien verwarring ten opzichte van de richting van een
uit te voeren aanval.
Het is dan ook niet te verwonderen, dat C.-IV Div. met zijn oververmoeide staf
geruime tijd nodig had om tot een besluit te komen en dat dit eerst mogelijk was,
nadat C.-Brig. B hem had ingelicht omtrent de troepen van zijn brigade en de
toestand, waarin deze verkeerden. Deze brigadecommandant kwam bij C.-IV Div.
om te overleggen, hoe de eerst aankomende bataljons van zijn brigade aan de spoor
weg met een verdedigende opdracht moesten worden ingezet en C.-IV Div. moest
zijn plan maken met inschakeling van C.-II Div. met twee bataljons en van de
troepen van Brig B.
De bevelvoering van C.-II L.K. beperkte zich in feite slechts tot het op blz. 228
gegeven bevel. Op de uitvoering heeft hij geen invloed uitgeoefend en deze onder
ging de invloed van de aanwezigheid van een officier van het H.K.V.
Dat C.-II Div. en zijn beide regimentscommandanten naar hun cpn. konden
terugkeren en dat twee van de drie bij IV Div. ingedeelde Afdelingen artillerie
dier divisie weder voor hun taak bij de eigen divisie werden bestemd, was niet het
gevolg van de bevelen van C.-II L.K., doch was te danken aan de toevallige
omstandigheid, dat de kapitein van het H.K.V. op de cp. van C.-IV Div. was
gekomen.
Deze kapitein, die het volle vertrouwen had van de C.V. en wist dat zijn chef
zo spoedig mogelijk wilde doen aanvallen, was als inlichtingsofficier uitgezonden
en tevens om de uitvoering van de door de C.V. bevolen bewegingen te contro
leren. Hij kwam bij C.-IV Div., toen de bespreking over het te nemen besluit op
een dood punt was, althans weinig zakelijk plaats had. Hij kwam a.h.w. geroepen
om tijdelijk de taak van de oververmoeide chef van de staf van C.-IV Div. over te
nemen, doch trad tevens min of meer op als gemachtigde van de C.V. Zijn positie
als officier van het H.K.V. raakte aldus vermengd met zijn tijdelijke optreden als
495