chef van de staf van C.-IV Div., in welke functie hij het bevel van C.-II L.K. moest helpen uitvoeren. Bij zijn komst had C.-IV Div. echter reeds maatregelen voor versterking van de spoorwegstelling genomen, terwijl de terreingesteldheid en de toestand van de ingezonken spoorweg eisten, dat de tegenaanval ten O. van de spoorweg werd uitgevoerd. Enerzijds scheen de afgrendeling voldoende sterk, anderzijds had de C.V. de inlichtingsofficier te Amerongen doen berichten, dat de volgende morgen een Engelse luchtaanval zou plaats hebben ter ondersteuning van een aanval. Alles bij elkaar leidde er toe, dat de tegenaanval werd bevolen op een tijdstip, dat zelfs de infanterie nauwelijks op haar plaats kon zijn en waarop de artillerie- steun niet kon zijn verzekerd. Het aanvalsplan voldeed dus niet aan de elementaire eisen. Het is jammer, dat C.-II L.K. dit des nachts niet heeft ingezien, hij had het aanvalstijdstip dan nog kunnen verschuiven. Door alle troepen in handen te geven van C.-IV Div. had C.-II L.K. in feite de leiding uit handen gegeven en deze ontsnapte hem verder ook geheel. Er werd reeds op gewezen, dat is nagelaten, op 12 Mei 1-12 R.A., de machtigste Afdeling artillerie, zodanig van stelling te doen veranderen, dat deze (al was het slechts voor de helft) georiënteerd kwam te staan op het vak van IV Div. en dat deze Afdeling L.K.A. op 13 Mei geen schot loste; voorts, dat C.-II L.K., de Af deling 10 veld van IV L.K. als niet nodig terugzond. Ten slotte heeft C.-II L.K., die weinig vertrouwen had in de eigen troepen, evenals C.-IV Div. tot het laatste toe de sterkte van zijn tegenstander onderschat. Hij heeft de reeds ondervonden tegenslagen vermoedelijk meer geweten aan de geringe weerstandskracht van de troepen, dan aan de sterkte van de tegenstander. Dat er een divisie aanviel, is hem niet duidelijk geworden. 4. Beschouwing over de verdediging van het ne legerkorps Een korte beschouwing over de strijd bij II L.K. is gewenst, omdat dit het enige Legerkorps was, waar aanvallen van Duitse divisiën op goed ingerichte stellingen plaats hadden en omdat in deze strijd zo duidelijk alle zwakke punten van het leger van 1940 werden gedemonstreerd. Goede vergelijking tussen de strijd bij de IVe en de He Divisie is niet mogelijk, omdat bij de laatste de aanval nog krachtig moest worden doorgezet, doch ver schillende punten lenen zich toch wel tot vergelijking. Een belangrijk punt was, dat er geen gegevens werden verkregen omtrent de sterkte van de tegenstander en dat er tot 13 Mei toe, in het bijzonder bij C.-II L.K., een sterke onderschatting van die sterkte aanwezig was (zie het bevel aan C.-29 R.I.). De klap, welke de luchtstrijdkrachten op 10 Mei hadden ontvangen, was oorzaak, dat vrijwel geen eigen verkenningsvliegtuigen in de lucht waren, zodat de leiding blind was. 496

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 522