De gevolgen van die onderschatting waren ernstig. Zij leidde er toe, dat de voor posten van 8 R.I. als een stel lafaards werden beschouwd, was aanleiding, dat C.-II L.K. de flinke C.-8 R.I. op de Grebbeberg, die vóór een zware strijd stond, griefde en het leidde tot maatregelen tot het hernemen van de voorposten, die nog aan de gang waren, toen de Duitsers de hws. binnendrongen. De aanval van de Duitsers op de IVe Divisie verschilde in zoverre van de voor stelling van zaken, die in vredestijd bestond (gegrond op de oorlog van 1914- 1918), dat de Duitsers geen langdurige voorbereidingstijd namen voor de hoofd aanval, toen de voorposten waren vermeesterd, doch deze onmiddellijk inzetten. Dit, gevoegd bij het ontbreken van duidelijke gegevens uit de voorste lijn, die op een krachtige aanval wezen, verklaart de verrassing, toen de Duitsers plotseling de hws. binnendrongen. De aanval had plaats zonder vechtwagens en er waren slechts enkele pantser wagens voor verkenning bij de Duitsers aanwezig. Dat op 12 Mei niet duidelijk werd onderkend, dat de aanval op de hws. aan de gang was, vond zijn oorzaak in het uitmuntende gebruik, dat het Duitse S.S. regiment van het terrein maakte, zodat er steeds slechts weinigen zichtbaar waren, terwijl in de voorstelling van onze mannen nog leefde het veelvuldig vertoonde beeld van aanvallende troepen op de oefenvelden, waarbij de troep veel te zicht baar was. Het verloop van zaken op de Grebbeberg toont een herhaling van de bloedige fouten uit de le wereldoorlog zoals: - het onmiddellijk uitvoeren van tegenstoten door onderdelen in de voorste gevechtszone, waardoor het verdedigingssysteem werd gedesorganiseerd en geen resultaat werd bereikt; - het overhaast uitvoeren van een tegenaanval, vóórdat de vijand door soliede afgrendeling tot staan was gebracht; - het uitvoeren van een aanval, vóórdat de deelnemende troepen behoorlijk in de hand waren en vóórdat de artilleriesteun was georganiseerd. Het bij voortduring uitvallen van de telefoonverbindingen en ontbreken van radiotelefoon maakte de gevechtsleiding uiterst moeilijk, zo niet onmogelijk. Bestudering van de troepenbewegingen op en om de Grebbeberg, zowel van de verplaatsingen als van de uitvoering van verdedigende en aanvallende opdrachten, toont alle gebreken, die moeten kleven aan een leger, dat was gevormd volgens onjuiste beginselen als gevolg van de onvoldoende wettelijke grondslagen en de geringe bereidheid van het Nederlandse volk, te offeren voor zijn veiligheid. Men kan deze samenvatten in de volgende punten: onvoldoende geoefendheid, zowel individueel als in groter verband; onjuiste selectie van kader en officieren en te korte opleiding; onvoldoende practische vakkennis, in het bijzonder bij de hoofdofficieren, als gevolg van het ontbreken in vredestijd van de gelegenheid om met troepen op oorlogssterkte te oefenen, zowel in lager als in hoger verband. Hierbij heeft zich gewroken, dat gedurende de mobilisatie de troepen moesten worden belast met het bouwen van stellingen, omdat dit in vredestijd door het 497

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 523