Indeling noordvak
Divisiereserve
Artillerie
De 3e Comp.Lu.Mtr., waarvan de cp. van de C.C. was gevestigd op het vlieg-
park Soesterberg en het 3e en 4e Peloton nabij dat vliegpark in stelling stonden,
had een peloton ten N. van Birkhoven, een Peloton en de 153 Bt.Lu.A. in de
N.rand van Amersfoort (nabij de Koppelpoort).
De cp. van C.-VII Div. bevond zich te Duinhof (nabij sanatorium Zonne
gloren) te Soestduinen, waar tevens de cp. van de D.A.C. was gevestigd; het St.K.
bevond zich te Lage Vuursche in de Sillemshoeve.
2. Overzicht van de gebeurtenissen op 10 mei 1940
IV L.K. moest op grond van het bevel van de C.V. van 9 Mei 21.17 (zie blz. 30)
op 10 Mei te 5.00 graad van slagvaardigheid 3 hebben ingenomen. Dit betekende,
dat de voorposten en de frontlijn moesten zijn bezet, eerstgenoemde zodanig, dat
de voorpostendienst langdurig kon worden volgehouden, terwijl in de frontlijn op
de belangrijkste plaatsen de automatische wapens konden worden bediend. Ar
tillerie voor steun aan de voorposten en vuur op grote afstand moest in stelling
staan. De stellingen moesten in twee uren tijd volledig kunnen worden bezet.
Door Hoofd Sectie V werd aan de Cn.-VII en VIII Div. - namens de L.K.C. -
opdracht gegeven, de burgerwerklieden te laten doorwerken, en zulks in het bij
zonder bij de werken bij Liendert (vt. 156-464), de puntdraadversperringen vóór
de stoplijn, alsmede aan de cp.-IV L.K.
513
De detail-indeling is niet meer genoegzaam bekend.
7 C.Pag., versterkt met een sectie van 1-VII Bat.Pag., was over de frontlijn in het gehele vak
verdeeld.
Hieromtrent ontbreken voldoend nauwkeurige gegevens. Voor zoveel valt na te gaan was de
indeling als volgt.
II-18 R.I. had bezet de voorposten en de frontlijn, ten O. van de Eem tot aan de scheidingslijn
met 1-18 R.I., vermoedelijk lopende van noordrand Baarn over Grimmestein aan de Eem naar
Veenhuizen. De cp. van de B.C. bevond zich te Pol (west van Zeldert).
III-18R.I. bezette de hws. ten W. van de Eem en de stoplijn tot aan de scheidingslijn met
1-18 R.I.
1-18 R.I. bezette ten N. van genoemde scheidingslijn de voorposten en de frontlijn.
- 1-42 R.I. (min 3) te Baarn met le Comp. (min twee sectiën) en 2 sectiën zw.mitr. te Blaricum
voor de bewaking van de Meent en Noordpolder te Veld aan de kust van het IJsselmeer.
- 1-VIII Bat.Pag. (min een sectie) vermoedelijk te Soestdijk.
I-1 R.A., in stelling in het Monnikenbosch, verleende rechtstreekse steun aan 7 R.I.
II-l R.A., verleende rechtstreekse steun aan 18 R.I.van deze Afdeling, die de normale stel
lingen had ter weerszijden van de spoorweg Den Dolder-Soest, stond de le Bt.
vooruitgeschoven in het vak van III-7 R.I., de 2e Bt. in het vak van 18 R.I. ten O.
van Soest.
III-5 R.A., in stelling N.O. van Soestduinen, was belast met algemene opdrachten.
111-18 R.A., in stelling N.W. van Blaricum, moest vuur kunnen brengen op de Eemmond, op de
mond van de Gooijergracht en op de haven van Huizen.