Apeldoorn-kunstweg naar Amersfoort tot kp. 20-Stroe-Kootwijkerbroek (melden bij C.-4-1 R.H.), met het andere peloton van Vasen over Uddel naar Garderen (melden bij C.-l-l R.H.). De pelotons moesten op de terugtochtswegen vernielingen uitvoeren. Na ontvangst van een telefonische opdracht van C.-IV L.K. gaf C.-l R.H. te 6.10 bevel aan 3-1 R.H., de bruggen over het Apeldoornsch kanaal te doen springen (met de genoemde uitzonderingen) en zich daarna te begeven naar de opstelling Boschhuisje. In de mening verkerende, dat de IJssel reeds door de Duitsers was overschreden, gaf de R.C. aan de beide pelotons paw. bevel, de door hen met eigen spring middelen voorbereide vernielingen uit te voeren, verschillende hindernissen tot stand te brengen en verbinding op te nemen met de eskadrons, waarbij zij werden ingedeeld, resp. 4-1 R.H. en 1-1 R.H. teneinde deze eskadrons, die niet over pantserafweer beschikten, te steunen. Te 9.45 vernam C.-l R.H. van C.-IV L.K. (en deze van II L.K.), dat 4 R.H. wegens druk op de zuidvleugel was teruggegaan, hetgeen werd bevestigd door een bericht van C.-4-1 R.H., luidende, dat met de noordvleugel van 4 R.H. bij Hars kamp, waarmede verband werd onderhouden, geen verband meer bestond. (Bij 4 R.H. is reeds gewezen op het mogelijke misverstand, dat hierover heeft geheerst). C.-l R.H. trachtte verschillende malen vérband op te nemen met C.-4 R.H., hetgeen door overbelaste telefoon niet gelukte. Overwegende, dat 1 R.H. nu ge makkelijk op de zuidvleugel kon worden omtrokken, dat lijn C korter was dan lijn B en bovendien door de aard van het terrein betere kansen gaf voor de ver traging, gaf hij te 9.55 het bevel aan 1 R.H. en 5 R.H., om terug te gaan op de lijn C, waarvan hij C.-IV L.K. in kennis stelde. 1 R.H. had lijn C te 11.35 ingenomen. Hierin bevonden zich 4-1 R.H. te Barne- veld, 2-1 R.H. te Zeumeren aan de spoorweg Amersfoort-Apeldoorn, 1-3 R.H. te Voorthuizen, 1-1 R.H. te Vacantiekolonie (tenN. van Voorthuizen) en 3-1 R.H. te Boschhuisje. Na aankomst van 5-1 R.H. te Voorthuizen, ontving C.-1-3 R.H. bevel de opstelling bij Klaarwater als reserve in te nemen, hetgeen te 13.20 was geschied. C.-5 R.H. deed de twee eskadrons uit Speulde en Ermelo teruggaan op lijn D, hetgeen niet de bedoeling van C.-l R.H. was, die het gros van 5 R.H. in de lijn C wenste. Toen hij dit te 12.50 vernam, meende hij, dat lijn C was ontruimd en gaf hij opdracht aan C.-5 R.H., lijn C weer te bezetten. C.-5 R.H. gaf daarop aan C.-3-5 R.H. bevel, op te rukken tussen 1-5 R.H. en 4-5 R.H., waarvan de vakken werden versmald, terwijl 2-5 R.H. reserve werd bij Kasteel Olden Aller, 3,5 km N.O. van Nijkerk, met de opdracht, aldaar een opnamestelling te verkennen. De cp., aanvankelijk te Olden Aller gevestigd, werd verplaatst naar Salentijn (1 km N.O. van Nijkerk), waar betere telefonische verbinding bestond. Een en ander was te 14.45 volledig uitgevoerd. C.-5 R.H. ontving opdracht, lijn C tot nader bevel vast te houden en in O. richting te doen verkennen. C.-l R.H. had er op gerekend, dat Harskamp door 4 R.H. bezet zou zijn, het geen echter niet het geval was, zoals wij bij 4 R.H. reeds zagen. 519

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 545