Bestond er tussen 4-1 R.H. te Valk en 6-4 R.H. te Hoornisnest aanvankelijk verband door middel van telefoon en patrouilles, ten gevolge van een tot stand gebrachte vernieling werd de telefoon uitgeschakeld. Dat het vermeende teruggaan van 4 R.H. op de lijn Ede-Lunteren voor 1 R.H. aanleiding was, lijn B los te laten, is, gezien het uitgestrekte front van 1 en 5 R.H., de onvoldoende pantserafweer, de aanwezigheid van zeven bereden eskadrons en de verkregen indruk, dat de Duitsers voor 4 R.H. met sterke pantserafdelingen optraden, begrijpelijk. In het licht van de feiten was dit loslaten van lijn B nog niet nodig geweest. C.-l R.H. had het onbevredigende gevoel, zonder aanraking met de vijand te hebben gehad, te zijn teruggegaan, doch meende toch daartoe verplicht te zijn geweest. Op last van C.-IV L.K. gaf C.-l R.H. te 11.35 opdracht aan een peloton paw. en een sectie van M.E., op te rukken naar radio-Kootwijk, waar vijf vijandelijke vliegtuigen geland zouden zijn. Het peloton paw. keerde te 12.05 terug, omdat het tengevolge van de die morgen tot stand gebrachte versperringen en tengevolge van een heidebrand, welke veroorzaakt zou zijn door vijandelijke brandbommen, Kootwijk niet kon bereiken. De sectie van M.E. (te 12.55) en de motormitrailleur- groep van het peloton paw. (te 13.10) waren daarin echter wel geslaagd. C.-l R.H. had te 12.55 telefonisch verbinding met de C.-detachement Kootwijk en vernam, dat er geen vliegtuigen waren, doch dat er wel heidebrand was. Hierop keerde de sectie en motormitrailleurgroep terug en wel naar lijn C. Te 12.25 had C.-l R.H. rechtstreeks verbinding met C.-4 R.H. verkregen en van deze persoonlijk de mededeling ontvangen, dat 4 R.H. terug was op de lijn Renkum-Ede-Lunteren. Te 13.20 vernam hij, dat de T.B.O. en C.-Groep IJssel-zuid vermoedelijk met 30 auto's zouden terugtrekken. Te 16.40 ontving hij het volgende telefonisch bericht van C.-4 R.H. (persoon lijk): Te 17.30 kwam er bericht binnen van 5 R.H., dat te Harderwijk op het terrein van Volksweerbaarheid vijandelijke vliegtuigen waren geland welk bericht werd doorgegeven aan C.-IV L.K. Te 18.12 deelde de Chef van de Staf van C.-II L.K. mede, dat 4 R.H. achter de stellingen was teruggegaan, waarop C.-l R.H., na verkregen toestemming van C.-IV L.K., te 18.20 bevel gaf voor 1 en 5 R.H. terug te trekken op lijn D, in welke lijn de rechtervleugel aangeleund moest zijn aan de inundatiën, hetgeen echter, tengevolge van de lage stand van de inundatiën, niet het geval was. C.-l R.H. betrok te 20.20 zijn cp. te Vinkenhoef, dus binnen de voorposten van VIII Div. 520 „Op Z.vleugel bij Renkum vijandelijke paw. en inf. op auto's; zal lijn vanavond niet kunnen houden. Zal bericht zenden van mijn terugtrekken achter de stelling." 0 Dit terrein is hiervoor ten enenmale ongeschikt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 546