Ten aanzien van de inundatiën gaf de O.L.Z. machtiging: Vorenstaande maatregelen werden op 8 Mei opnieuw bevolen voor 9 Mei. De C.V. gelastte op 7 Mei voor de niet tot de strategische beveiliging of de Peel-Raamstelling behorende troepen graad van strijdvaardigheid 2a, doch zonder wijziging in de legering van de lichte troepen. In de avond van 9 Mei kwamen van de grenstroepen verschillende berichten, die op troepenbewegingen, alarm en op de mogelijkheid van een aanval wezen. Te 20.45 zond de O.L.Z. per telex de volgende waarschuwing aan de C.V.: „Van de grens komen zeer verontrustende berichten binnen. Weest dus zeer op Uw hoede". Na een bespreking met de daarvoor in aanmerking komende officieren van zijn staf gaf de C.V. daarop te 21.27 bevel, dat de troepen van de Peel-Raamstelling van 10 Mei 4.00 af tot nader bevel volledig strijdvaardig moesten zijn, terwijl graad van strijdvaardigheid 3 door Brigades A en B op 10 Mei te 4.00, door II en IV L.K. en Brig. G te 5.00 moest zijn bereikt. Ten slotte wordt nog een maatregel vermeld, die van veel belang was en die uitsluitend voor Noord-Limburg gold. Op een voorstel van C.-III L.K. verzocht de C.V. aan de O.L.Z. machtiging, alle vernielingen ten O. van de Maas te stellen en de Maasbruggen op te blazen. De O.L.Z. besliste hierop te 22.30, dat ten O. van de Maas verhakkingen moch ten worden gesteld, doch dat geen vernielingen aan spoorbruggen e.d. mochten worden tot stand gebracht. De aspergeversperringen mochten worden gesteld, doch zonder doorknippen van de draden 1). De O.L.Z. gelastte te 23.15 dat alle troepen van de Strategische Beveiliging (dus van de Maaslinie, de Groep Maas-Waal, de Groep Betuwe en die onder bevel van de T.B.O.) op 10 Mei te 3.00 volledig strijdvaardig moesten zijn 2). Te 10 Mei 1.05 bereikte de C.V. het vanwege de O.L.Z. door de Chef Marinestaf uitgegeven bevel, dat van 9 Mei 23.00 af tot nader bevel de scheepvaart op Rijn en Waal was verboden 3). Daarna is vanwege de O.L.Z. machtiging gegeven, het vernielingsplan tussen de Maas en de Peel-Raamstelling uit te voeren. C.-Peel Div. heeft het uitvoerings bevel hiertoe vermoedelijk tussen 3.15 en 3.45 uitgegeven. 30 - de coupure in de westelijke dijk van het Maas-Waalkanaal in geval van agressie tot stand te brengen - het Lingepeil te verhogen; - tot instelling van de 4e inundatie-periode voor de Lingestelling over te gaan in geval van agressie; - alle schepen uit de Maas (boven Grave) en het Julianakanaal af te voeren. 0 Het is niet mogelijk geweest, de letterlijke redactie te weten te komen vari hetgeen is bevolen. De practische uitvoering door de troep komt op het hier vermelde neer. Te 1.45 berichtte C.-III L.K. per telex, dat alle verhakkingen ten O. van de Maas waren gesteld. 2) Deze bevonden zich in verhoogde strijdvaardigheid. 3) Deze maatregel, waarvan o.m. de marinevaartuigen van de Bewakingsdienst Bovenrivieren de uitvoering moesten verzekeren, heeft tot gevolg gehad, dat de Duitsers verhinderd werden in de uitvoering van hun plan (Troj. Pferd genoemd) om een schip, waarin een compagnie infanterie was verborgen, naar Nijmegen te doen varen om de bruggen te vermeesteren.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 54