reed langs de betonweg tot nabij kp. 53,3, overschreed aldaar bij Gr. Koddelaar de spoorweg en bereikte over Vinkelaar de kunstweg Terschuur-Achterveld. Het 2e Peloton onder een wachtmeester werd aanvankelijk achtergelaten bij Vinkelaar. Met het 3e Peloton, onder bevel van een kornet, aan het hoofd en patrouilles vooruit rukte het eskadron vervolgens op naar Achterveld, waarbij de Barne- veldsche beek moest worden doorwaad, daar de brug was opgeblazen. Even voorbij deze brug ontvingen de voorste patrouilles vuur. De ritmeester-E.C. en de kornet rukten met het vóórpeloton door het terrein op en het gelukte, de vijand op Achterveld en in de richting Barneveld terug te drijven. Het le en het 4e Peloton werden aanvankelijk zuid van, doch in de nabij heid van de vernielde brug over de Barneveldsche beek achtergelaten. Door het vóórpeloton (het 3e) werden enige gevangenen gemaakt, terwijl bij de brug over de Barneveldsche beek achtereenvolgens een Duitse wielrijder en een motorrijder, die uit de richting Terschuur kwamen, werden gevangen genomen. De E.C. wilde wachten met het zenden van bericht naar de R.C. tot hij over meer gegevens omtrent de vijand beschikte. Geleidelijk kreeg het vóórpeloton steeds heviger vuur uit het zuiden en ook uit oostelijke richting en de E.C. deed een groep van het le Peloton oost van de kunstweg oprukken, die eveneens onder vuur kwam uit Achterveld en uit meer oostelijke richting. Het 2e Peloton sloot op bevel van de E.C. bij het eskadron aan, kreeg onderweg vuur uit O.richting, doch wist de vijand te verdrijven. Het werd door de E.C., die zich toen met zijn commandogroep bij Begraafplaats (even ten N. van P.K. te Achterveld) bevond, ingezet ter versterking van het le Peloton. Het kwam echter niet verder dan de Begraafplaats, waar het hevig vuur uit Z. en O. richting ontving. Het le Peloton (min een groep) werd vervolgens ingezet op de westvleugel, in de richting van Tol, teneinde van die zijde af de vijand in de richting Barneveld terug te dringen. Het eskadron en vooral het le Peloton werd nu echter uit westelijke richting aan gevallen. De ritmeester en de pelotonscommandanten vuurden persoonlijk de in hun omgeving strijdende mannen heldhaftig aan. Toen de ritmeester aan de knie werd gewond, zeide hij: „geeft niets, ik geef het nog niet op". Een aantal Duitsers drong op en zij sommeerden de ritmeester, zich over te geven, doch hij riep: „dat nooit, leve de Koningin". Even later greep hij een karabijn en riep: „Stormen". Onmiddellijk daarop werd hij door een kogel dodelijk getroffen. De kornet, commandant van het 3e Peloton, die eveneens dapper zijn mannen aanvoerde, werd juist toen hij de karabijn van een gewonde huzaar overnam, door een granaat van inf. geschut dodelijk in het hoofd getroffen. Op de rechtervleugel kon het le Peloton door vuur van zware mitrailleurs de kunstweg bij Tol niet bereiken. De luitenant, commandant, die zich tussen zijn peloton bevond en dit steeds aanmoedigde, werd door een kogel dodelijk ge troffen op het ogenblik, dat een ordonnans hem het bericht van het sneuvelen van de E.C. kwam brengen. 535

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 561