Het 4e Peloton, dat als achterste peloton tot enige honderden meters ten Z. van de Barneveldsche beek was opgerukt, ontving plotseling vuur in de rug, kennelijk van vijand, die uit de richting Terschuur oprukte. De pelotonscommandant, die, onder het roepen van „overwinnen of sterven", zijn mannen krachtig aanvuurde, werd zwaar gewond (en is enige dagen later aan die verwonding overleden). Het eskadron was aldus beroofd van de E.C. en drie pelotonscommandanten. Slechts de C.-2e Peloton, een wachtmeester, was nog aanwezig. Bovendien waren nog twee wachtmeesters, een korporaal en vijf huzaren gesneuveld en velen ge wond. Onder het tweede krachtiger vuur van de Duitsers, die het eskadron geleidelijk geheel omsingeld hadden, was het lot van het eskadron thans spoedig beslist, niettegenstaande velen nog een tijdlang heldhaftig hebben weerstand geboden. De overgebleven wachtmeester, Pel.C., heeft zo goed mogelijk getracht, met de overblijvenden de verbanden te herstellen en vechtende terug te trekken, hetgeen onmogelijk bleek, daar de Duitsers ook in de rug zaten. Ongeveer 60 man werden gevangen genomen, terwijl enigen door het terrein de R.C. hebben bereikt en hem de jobstijding brachten en anderen de volgende dag de voorposten bereikten. Weer anderen hebben zich in een boerderij verstopt tot 15 Mei en hebben daarna, na vele omzwervingen, het regiment weder bereikt. Merkwaardigerwijze is dit gevecht, dat zich op 2 tot 4 km vóór het front af speelde, door de voorposten Asschat en Stoutenburg niet opgemerkt. Het was aan C.-4-1 R.H. niet bekend gemaakt, dat sinds 11 Mei vijandelijke patrouilles vóór de voorposten van 16 R.I. waren gesignaleerd. Toen het eskadron naar Achterveld oprukte, was bovendien het voorposten detachement Stoutenburg in gevecht met een vijandelijke afdeling van ongeveer 60 man, die zich in de loop van die dag nestelde op ongeveer 500 m vóór de voor posten aan de rand van het geïnundeerde terrein. Ook de voorposten bij Asschat meldden gedurende de voormiddag van 12 Mei op verschillende tijdstippen de aanwezigheid van vijandelijke afdelingen in het voorterrein, terwijl de eigen artillerie vuur heeft afgegeven op Achterveld en Barneveld. Uit verschillende mededelingen is de indruk gewekt, dat het eskadron, hoewel het vóór de opmars reeds aanraking met de vijand had gehad, is opgemarcheerd in een formatie, die het niet op alle gebeurlijkheden voorbereid deed zijn, terwijl uit de gegevens eveneens blijkt, dat de E.C. en de pelotonscommandanten, toen het gevecht aan de gang was, zich te veel hebben blootgesteld. In dit opzicht moest de nodige oorlogservaring nog worden verkregen, doch hoe dit zij, de commandanten zijn hun mannen met veel moed voorgegaan. 5-1 R.H., waarbij was ingedeeld een S.-M.E., en dat was opgesteld in Hoeve laken, rukte te ongeveer 10.00 op naar Terschuur. Het 2e Peloton werd te Ter- schuur gelaten, met de opdracht, dit vast te houden, waarbij het peloton kon worden ondersteund door de S.Mr., welke daartoe opdracht had ontvangen van de R.C. en in stelling kwam aanvankelijk bij de Klaarwatersche brug, later bij KI. Koddelaar (vt. 162-464). Toen Terschuur onbezet bleek, werd het 4e Peloton 536

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 562