In de vroege morgen werden tot 4.00 de door C.-II L.K. bevolen verontrustende vuren door 1-9 R.A., 111-15 R.A., 2-II-5 R.A. en l-II-l R.A. voortgezet. Te Amersfoort was de evacuatie van de burgerbevolking voltooid te 8.00. Later op de dag zijn nog treinen met P.T.T.personeel, familieleden van spoorweg personeel en enkele personen, die aanvankelijk hadden verkozen achter te blijven, vertrokken. Amersfoort was toen ontruimd, met uitzondering van enkelen, die niet wilden vertrekken, van een klein deel der gemeente, gelegen ten W. van Laan 1914 en Daan Fockemalaan en van politie, luchtbeschermingsdienst, brand weer en overig gemeentepersoneel. Deze zijn, toen de terugtocht des namiddags werd bevolen, per auto afgereisd, met de allerlaatste trein gevolgd door het spoorwegpersoneel, dat vóór het vertrek op het emplacement de nodige vernielingen had tot stand gebracht aan wissels, seinhuizen e.d. Bij het station Amersfoort lagen duizenden rijwielen van de vertrokken bevolking, die echter later voor een groot deel weer in handen van de eigenaars zijn terechtgekomen. Bij de VUIe Divisie hadden de voorposten voortgezet contact met de delen van het Duitse III/I.R. 366 en het Wielr. Bat. 227. Tegenover de voorposten aan de Asschatterdijk had de vijand zich in het bij zonder bij de molen genesteld. Hierop werd te 4.30 een afsluitingsvuur van II-5 R.A. gelegd, dat de molen niet vernielde. Drie soldaten gingen het voorterrein in en zagen kans, de banden van ongeveer 30 rijwielen te doen leeglopen. Daarna werd te 11.00 opnieuw een afsluitingsvuur op de molen afgegeven, die daardoor nog niet was vernield. Vervolgens is een patrouille van vijf soldaten er op uit gegaan, om de molen in brand te steken, hetgeen te 12.00 gelukte, waarna de patrouille behouden terugkeerde. In de middag werden de voorposten door in- fanteriegeschut bevuurd. Op verzoek van C.-16 R.I., d.t. van C.-VIII Div. gericht aan C.-IV L.K., werd te 17.00 door 1-9 R.A. en 111-15 R.A. een vuurconcentratie afgegeven voor de voorposten aan de Asschatterdijk, terwijl te 18.00 opnieuw door II-5 R.A. af sluitingsvuur werd afgegeven. Bij de voorposten te Stoutenburg werd door patrouilles actief opgetreden tegen de vijand, die zich in verbrande huizen had genesteld; enig materieel, waaronder een zw.mitr., werd buitgemaakt. Vastgesteld werd, dat zich tegenover deze voor posten twee lichte en twee zware mitrailleurs bevonden. Een sterke patrouille van een vaandrig en 20 man trachtte de vijand te verdrijven, doch slaagde daarin dooi de drassigheid van het terrein niet. Op verzoek van C.-II L.K., gaf 1-5 R.A. te 16.00 twee afsluitingsvuren af voor 15 R.I. (van II Div.). C.-VIII Div. was door C.-II Div. er van op de hoogte gesteld, dat in het vak van deze divisie een aanval plaats had in de omgeving van Lambalgen en niet bij de kunstweg Scherpenzeel-Woudenberg. Bij de Vile Divisie kwam, zoals is medegedeeld, 1-42 R.I. (min 3) te 2.30 te Baarn terug, waarna dit bataljon, weder versterkt met 1-VII Bat.Pag., belast werd met de bewaking van de kust van het IJsselmeer, met een compagnie en twee sectiën zw.mitr. te Blaricum, de rest van het bataljon te Huizen. 547

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 573