HOOFESTUK III DE VERDEDIGING VAN DE BETUWESTELLING DOOR BRIGADE A a. DE VERDEDIGING OP 10 MEI 1940 1. Uitgangstoestand De opdracht van Brig. A was, de Betuwestelling (oude linie Ochten-De Spees) te verdedigen. Onder bevel van C.-Brig. A stond tevens de Groep Betuwe van de strategische beveiliging, bestaande uit Staf, 111-43 R.I. en 8 G.B. Deze Groep was opgesteld in de lijn Lent-Huissen en had 3-8 G.B. vooruit geschoven naar het gebied ten Z.O. van Nijmegen, terwijl 2-III-43 R.I. het fort Pannerden e.o. had bezet, met een sectie als waarschuwingsorgaan in het gebied ten O. van het Pannerdensch kanaal. De gebeurtenissen bij de Groep Betuwe zijn beschreven in Onderdeel D van het boekwerk: De verdediging van het Maas-Waalkanaal en de Over-Betuwe, zodat daarop niet verder dan nodig is wordt ingegaan. Brigade A had de volgende samenstelling: St.K., Vbd.A., Det.Ptr., 44 R.I., 46 R.I., 22 R.A. (St., I en II, elk drie Btn. 7 veld), 111-19 R.A. (drie Btn. 12 l.st.), 9 C.Pn., 9 M.C. (Vickers), 6-1 R.H., 3e en 4e Pel.-6 C.Lu.Mitr., rivier-Bt. Nr. 1 (drie marinekanomien van 7 cm 1.40 en twee zoeklichten van 60 cm), Det. grondmijnversperring Nr. 4 bij de Spees, twee sectiën van 3-V Aut.Bat. (van Aut.Reg.), Det. aan- en afvoertroepen (een sectie verplegingstroepen en een sectie munitiewerkers) en van 10 Mei af 5e Sectie- IV Vb.A. en een sectie van VI Aut.Bat. (van Aut.Reg) voor gewondenvervoer. Bij 44 en 46 R.I. waren de tirailleurcompagnieën gedurende de mobilisatie aan gevuld van 8 tot het organieke aantal van 12 lt.mitr., doch de M.Cn. telden nog slechts 8 zw.mitr.bij beide regimenten was een C.Pag. ingedeeld, bestaande uit twee sectiën van twee stukken. De Betuwestelling vormde de voortzetting van de Valleistelling (Grebbelinie), terwijl zij naar hetZ. haar voortzetting vond in de Maas-Waalstelling, bezet door Brig. B. De door een inundatie beschermde frontlijn van de Betuwestelling liep langs de Waaldijk van Ochten tot ongeveer pl. 105, boog dan terug en volgde verder de oude linie Ochten-De Spees. Op de twee vleugels was de stelling op de accessen naar voren uitgebouwd. De stoplijn liep van pl. 48 aan de Waal over de Ochtensche brug (Linge), de oostrand van Resteren en langs de spoorweg naar de Neder Rijn. Voorposten waren geplaatst op het Waalacces, aan de spoorweg en op het Rijn acces, bij beide regimenten een compagnie met toegevoegde wapens sterk. De stelling was bezet door 44 R.I. (min III), versterkt met 9 M.C. (min twee 554 (Zie schets/kaarten Nr. C. 20 en C. 21, alsmede luchtoverzicht Nr. 5)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 580