6-1 R.H. had de opdracht, na het teruggaan van de Groep Betuwe, voeling met
de vijand te onderhouden en de uitvoering van het vernielingsplan door 9 C.Pn.
te beveiligen. Daartoe moest het eskadron opstelling nemen in de lijn Slijk-Ewijk-
Valburg-Homoet-Heteren.
De vernieling van de bruggen over de Rijn bij Arnhem en Oosterbeek, over de
Waal bij Nijmegen, alsmede de vernielingen vóór en in de Groep Betuwe be
hoorden tot de taak van die Groep. West daarvan was een vernielings- en ver
sperringsplan ontworpen, dat het gehele gebied tot en met de stellingen der
brigadereserve omvatte en drie zones onderscheidde t.w. vóór de hws., in de hws.
en achter de hws.
Tot de voorste zone behoorden vernielingen van verkeersbruggen, spoorbruggen
en veren, wegversperringen en een elftal mijnenvelden.
De vernielingen en mijnenvelden waren voorbereid door 9 C.Pn., terwijl de
uitvoering was opgedragen aan drie vernielingspatrouilles van deze compagnie
(noord, midden en zuid), elk sterk 1 sergeant, 2 korporaals en 20 man, versterkt
met personeel van de regimentspatrouilles van 44 en 46 R.I en van een sectie
op rijwielen van elk dezer regimenten.
Ter vernieling waren voorbereid de bruggen bij Lijgraaf, Homoet en Uilen
burg in de lijn, waarin 6-1 R.H. was opgesteld, voorts over de Linge bij kasteel
Hemmen en nabij kp. 17 aan de spoorweg, de spoorbruggen in de lijn Kesteren-
Elst bij station Hemmen-Dodewaard en bij kp. 17.
Bovendien was de vernieling voorbereid van de kerk te Opheusden en het
station Zetten/Andelst.
Er waren tussen de frontlijn en de lijn Slijk-Ewijk-Driel 22 mijnenvelden voor
bereid; hieronder behoorden er zeven in de rivierdijken.
Op de Rijndijk en de Waaldijk waren elk drie olieversperringen voorbereid.
Tien permanente vecht- en pantserwagen-versperringen waren tussen de front
lijn en de voorposten (inb.) aangelegd, die door de zorg van de troepencomman
danten moesten worden gesloten. Bovendien waren een aantal draadrollen (zgn.
K rollen) gereed gelegd.
Voor de frontlijn was een driedubbele hekversperring aangelegd.
De inundatie vóór de Betuwestelling was reeds in November 1939 gesteld.
Accessen vormden de Rijndijk en de Waaldijk met de uiterwaarden en stroken
aan de binnenzijde van die dijken, die (vooral naast de Rijndijk) vrij breed waren,
doch door opstuwing van de Linge geleidelijk in breedte verminderden. Ook de
spoorweg bleef droog en vormde een toegangsweg.
Op de boven Waal en de boven Rijn bevonden zich marineschepen voor de
bewaking, waarvan de rivierkanonneerboot Hr.Ms. Tyr bij terugtocht van de
Groep Betuwe onder bevel van C.-Brig. A zou komen.
2. Gebeurtenissen op 10 mei 1940
De Groep Betuwe was sedert 3.00 volledig strijdvaardig.
Na het bevel van de C.V., de volledige graad van strijdvaardigheid in te nemen,
werd de Betuwestelling volledig bezet en v.z.n. verder in orde gebracht.
557