meldden latere berichten, dat de Duitsers te ongeveer 10.00 op 2 km ten N. van het fort, dus buiten het bezette gedeelte, over het Pannerdensch kanaal waren getrokken. De berichten, die hierover binnen kwamen (en aan de C.V. werden doorgegeven) hielden in, dat brugslag plaats had, hetgeen onjuist was. Later werd de verbinding met het fort verbroken, zodat geen berichten over hetgeen daar gebeurde meer binnen kwamen. Bekend was slechts, dat de Duitsers over het Pannerdensch kanaal waren en dat het fort stand hield. Tot in de late namiddag vertoonde zich geen vijand voor de hoofdverdediging van de Groep Betuwe. Te 10.00 gaf C.-Brig. A bevel, de landmijnen scherp te stellen. Toen zekerheid bestond, dat de Duitsers over Arnhem naar het W. oprukten, voelde C.-Groep Betuwe zich zodanig bedreigd, dat hij aan de brigadecommandant verzocht, met zijn Groep te mogen terugtrekken, niettegenstaande hij niet werd aangevallen. C.-Brig. A lichtte de C.V. over de toestand in, die echter wenste, dat de Groep ter plaatse bleef. De brigadecommandant gaf deze opdracht door aan C.-Groep Betuwe en deelde tevens mede, dat hij de Rijn door 6-1 R.H. zou doen bewaken. De C. van dit eskadron ontving daarop te 15.15 opdracht, door twee pelotons de Rijn te doen bewaken en de beide andere pelotons in reserve te houden, teneinde eventueel tegen, over de rivier getrokken, Duitsers te kunnen optreden. Van een overgang moest hij ten spoedigste bericht zenden aan C.-Brig. A en C.-Groep Betuwe. Daarna bleek, dat de Groep Maas-Waal, ten Z. van de Waal, naar het W. terug trok. Te ongeveer 18.00 verschenen Duitsers voor de stelling van de Groep Betuwe ten W. van Angeren en, zoals overal bij het eerste contact met de vijand, werd de druk veel groter voorgesteld, dan deze werkelijk was 1). De Groeps-C. verzocht (naar later bleek, geheel onnodig) aanvulling van munitie. Auto's met munitie werden wel uitgezonden, doch konden de Groep niet bereiken door de wegversperringen. C.-Brig. A gaf te 19.30 een uiteenzetting aan de C.V. betreffende de toestand en gaf als zijn oordeel dat, nu de Groep Betuwe volledig in de lucht hing en thans ook in front bedreigd werd, zij beter kon worden teruggenomen, teneinde als reserve te kunnen worden gebruikt; hij lichtte tevens de C.V. in, dat bij Arnhem geen schip de brug meer kon passeren en bij Nijmegen slechts kleine schepen. Te 19.50 gaf de C.V. opdracht, de Groep Betuwe te doen terugtrekken, een bataljon in de nacht te doen vervoeren naar Gorinchem, waar dit ter beschikking moest komen van C.-Groep Merwede van het Oostfront-Vg.Holland, terwijl het andere bataljon als reserve ter beschikking kon blijven. 559 In het boekwerk De verdediging van het Maas-Waalkanaal en de over-Betuwe is medegedeeld, dat C.-Groep Betuwe verschillende aanwijzingen voor een eventuele terugtocht had gegeven en daarbij had onderscheiden een terugtocht onder druk van de vijand en een terugtocht op last van de C.V.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 585