Zonder dat bekend was, op wiens bevel dit geschiedde, vertrok plotseling de
goederentrein, met het gevolg, dat veel goederen en materieel niet waren inge
laden.
Toen de Groepscommandant niet verscheen, deed C.-III-43 R.I. met het licht
worden de personentrein vertrekken, die naar Leerdam reed en daar werd ont
laden. In die trein waren, behalve het bovengenoemde personeel van III-43 R.I.,
tevens ongeveer 50 man van 8 G.B. en het grondmijndetachement Nr. 1 ingeladen.
C.-8 G.B. ontving daarna van een door C.-Brig. A gezonden officier opdracht,
zich naar Lienden te begeven. Hierbij werd op 11 Mei ingedeeld een deel van het
nakomende personeel van III—43 R.I., terwijl de torpedisten, artilleristen, inge
deeld bij 8 staal, politietroepen e.d. naar de depots werden gezonden. Met het van
3-8 G.B. teruggekomen personeel en het personeel van 111-43 R.I. werd een
nieuwe 3e Compagnie samengesteld.
Door het teruggaan van de Groep Betuwe kreeg 6-1 R.H. de taak, de voeling
met de vijand te behouden.
Wij zullen thans eerst het optreden van dit eskadron nagaan.
Zoals reeds werd medegedeeld, had dit eskadron in de vroege morgen drie
pelotons opgesteld in de lijn Slijk Ewijk-Valburg—Heteren en was een peloton
in reserve gehouden te Andelst.
Door de regimentspatrouille van 46 R.I. was uit de stelling verband opgenomen
met het eskadron en de E.C. zelf had verband doen opnemen met C.-Groep
Betuwe.
Nadat de bruggen bij Lijgraaf, Homoet en Uilenburg door 9 C.Pn. waren op
geblazen, bleek navernieling van die bij Uilenburg door 6-1 R.H. noodzakelijk.
Te 15.15 ontving de E.C., zoals reeds werd medegedeeld, opdracht om door
twee pelotons de Neder-Rijn te doen bewaken en twee pelotons in reserve te
houden.
Het peloton te Heteren kreeg opdracht, het oostelijke deel van de Rijn voor
zijn rekening te nemen, terwijl het peloton te Valburg met de bewaking van het
westelijke deel werd belast.
Te 17.50 berichtte de C. van het westelijke peloton:
De E.C. vroeg instructies aan C.-Brig. A en te 19.00 bleek hem, dat deze recht
streeks aan bedoeld peloton opdracht had doen geven, met behulp van pioniers de
veerponten bij Renkumse- en Lexkes veer te vernielen.
Door een uitgezonden patrouille werd gerapporteerd, dat de vijand bij Huissen
stond, terwijl de E.C. te 20.30 van twee infanteristen vernam, dat de vijand bi;
Pannerden de Rijn was overgestoken, bij Huissen en Angeren op de stelling was
561
„Langs Neder-Rijn bij Renkumsche veer schermutselingen x). Parachutisten dalen. Eigenaar
pontveer vraagt, wat hij met de pont moet doen, daar hij die niet zelf kan laten zinken. Te denken
aan Wageningsche- of Lexkes veer."
x) 5-4 R.H. was bij Renkum in gevecht met Duitsers.