deze Afdeling met 2 vuurmonden per batterij vuur afgegeven op het acces Ochten, waarbij 218 projectielen werden verschoten. Later meldde C.-44 R.I., dat hij de troepen weder in de hand had en dat de berichten onjuist waren geweest. C.-III-33 R.I. ontving van C.-44 R.I. de opdracht, de voorbereide achterhoede stelling bij Echteld te bezetten en daarin tot elke prijs stand te houden. Het bataljon kwam hierdoor midden in het vak van III-6 R.I. te liggen. Nog vóór het invallen van de duisternis was de stelling bezet. Daarna ontving de B.C. het terugtochtsbevel van C.-Brig. A, dat inhield, dat hij de stelling moest bezet houden tot een uur nadat 44 R.I. de achterhoedestelling had doorschreden. Uit het rapport van de Gruppe Brückner nemen wij het volgende over be- trelfende de aanval van II/I.R. 374. Na een moeilijke aanval langs de Waaldijk is te 4.50 (3.10 Ned. tijd) de oostrand van Ochten bereikt. Er waren toen 11 gevechtsopstellingen, verscheidene daarvan uit beton, genomen. Gevangen genomen waren 1 officier, 2 onderofficieren en 11 man, 2 stukken geschut, 2 pantserafweerkanonnen, 2 zw.mitrailleurs, een aantal lichte mitrailleurs, alsmede geweren en uitrustingstukken. Het bataljon stond zonder de zware wapens, die niet konden volgen, voor de hoofdweerstandslijn. Bovendien was het nu helder dag. Tegen 6.00 (4.20 Ned. tijd) begon zeer zwaar artillerievuur op de dijk. In het bijzonder het midden van het bataljon werd gegrepen door een uur durend artillerievuur uit meerdere stel lingen, doch ook de belangrijke verliezen brachten het bataljon niet tot wijken. In de loop van de dag herhaalde de tegenstander zijn artillerieovervallen. Een zwakke tegenaanval werd afgeweerd. Zo hield het bataljon het tot de avond uit. Eerst bij het invallen van de duisternis hergroepeert de B.C. het bataljon. Nadat gebleken was, dat de stelling was ontruimd, bereikte de Groep in de avond van 13 Mei het gebied om Eek en Wiel-Maurik-Rijswijk. 2. Vak resteren Bij 46 R.I. werden de maatregelen eensdeels beheerst door de voortschrijdende aanval ten N. van de Rijn, doch bovendien in de late namiddag door berichten omtrent doorbraak van de hws. bij 44 R.I. C.-I-22 R.A. ontving te 4.40 opdracht van de B.A.C., het terrein oost van de Grebbeberg tussen de kunstweg en Grebbedijk te bewaken, met machtiging tot zelfstandige vuuropening op ogenbliksdoelen. Van 5.40 tot 5.45 werd ingeschoten en te 6.15 werd met succes uitwerkingsvuur afgegeven op waargenomen infanterie, die de vlucht nam. Te 5.00 was 100 m ten N. van de steenfabriek ten N. van de Rijn, Z.O. van Den Dooven, Duitse artillerie in stelling gekomen. 581

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 607