Tot het afweren van het gevaar, dat uit het N. dreigde, werd de reeds op 12 Mei
bevolen flankdekking aan de Rijn versterkt en wel tegenover de brug met 70 man
van 1-46 R.I. (die waren teruggekomen uit het vak van IV Div.), daarna met
6-1 R.H.
Voorts werd de M.C.-I-46 R.I. meer naar het westen geschoven en werd de
flankbeveiliging naar het westen uitgebreid met wachten en patrouilles van
8 G.B.
De IVe Divisie werd zoveel mogelijk met vuur van infanterie-wapens en artillerie
gesteund.
C.-Brig. A stelde in de loop van de namiddag C.-III L.K. er van op de hoogte,
dat, indien de Duitsers een aanval over de Rijn op Brig. A zouden uitvoeren, het
twijfelachtig was, of de brigade lang daaraan weerstand zou kunnen bieden.
4. Bevelen voor de terugtocht
C.-Brig. A ontving te 16.30 van C.-III L.K. het bevel: „voertuigen pakken".
Dit was vermoedelijk de reactie op het telefonische waarschuwingsbevel van
de C.V. en het werd aan de ondercommandanten doorgegeven; vermoedelijk is
dit nog door een waarschuwingsbevel voor een mogelijke terugtocht gevolgd.
Kort daarna werd telefonisch een bevel voor de terugtocht van C.-III L.K.
ontvangen, waarvan de inhoud niet nauwkeurig bekend is.
De brigade kreeg als terugtochtsvak toegewezen het gebied tussen de Rijn/Lek
en de Linge 2) en moest na de terugtocht gaan legeren in het gebied om Vianen
ten Z. van de Lek, dat door horizontaal 443 werd begrensd; het St.K. moest
worden gevestigd in Helsdingen.
Te 19.00 gaf de brigadecommandant daarna zijn terugtochtsbevelen uit aan
officieren-bevelsontvangers van zijn ondercommandanten.
Afgaande op de gegevens van de ondercommandanten was de inhoud de vol
gende:
Er werd een achterhoedestelling bezet door 8 G.B. in de oostrand van Lienden
en door 111-33 R.I. bij Echteld (beiden voorbereide stellingen). Hierin moest
worden stand gehouden tot een uur nadat de regimenten waren gepasseerd.
De regimenten moesten een scherm achterlaten, dat door een sectie artillerie
van 7 veld in elk regimentsvak zou worden gesteund en te 14 Mei 0.30 moest terug
trekken.
6-1 R.H. werd ter beschikking gesteld van C.-46 R.I., teneinde bij Kesteren
tot 14 Mei 0.30 de terugtocht te dekken.
Als terugtochtsweg gold voor 44 R.I., 111-19 R.A. en 111-33 R.I. de weg over
Zoelen, Buren. Omtrent de verdere terugtochtsweg meldt C.-III-44 R.I., dat deze
over Buurmalsen, Beesd, Leerdam, Asperen, en Everdingen liep, doch St., I en
586
1) Aanvankelijk is plaatsing van 111-33 R.I. aan de Rijn overwogen, doch dit bataljon werd daarna
naar 44 R.I. verplaatst.
2) Ditzelfde gebied was voor een deel eveneens aangewezen voor de terugtocht van VI Div., het
geen niet aan C.-Brig.A bekend was, evenmin als de niet in de bevelen tot uitdrukking gebrachte
wens van C.-III L.K., dat de Vie Divisie zou worden beveiligd door Brig. A.