Van de verschillende Afdelingen van de S.B.T. bevond zich het nog beschikbare materiaal bij Gorinchem, voor een deel in het Merwedekanaal, voor een deel boven en beneden de stad in de Waal en Merwede. Te Gorinchem waren twee veren van de Veerdienst in functie, resp. naar Sleeu- wijk en Woudrichem, zulks behalve een in reserve gehouden veer van de Veer dienst en de twee burgerveerdiensten. Tenslotte was bij Hardinxveld het reeds eerder vermelde veer in functie gesteld. Voor de luchtdoelbestrijding bevonden zich, behalve de reeds genoemde 5e en 9e C.Lu.Mitr., die waren ingedeeld bij de divisiën, bovendien van de Luchtver dedigingskring Utrecht-Soesterberg: Het legerkorps werd niet rechtstreeks in de vijandelijkheden betrokken en tot aller verwondering had de verplaatsing over de rivieren zich zonder ernstige luchtaanvallen voltrokken. In de morgen van 12 Mei te 8.00 berichtte C.-41 R.I., voorm. C.-Vak Erp van de Peel-Raamstelling, telefonisch uit Gorinchem, dat hij met een deel van de staf van G.B.J, en met Cn.-15 en 16 C.Pn. (ieder met een deel van hun compagnie) te Gorinchem was aangekomen. Hij ontving opdracht, zich te melden in Culem borg, waar hij 11.30 aankwam. C.-III L.K. vernam toen enkele bijzonderheden omtrent de doorbreking van de op 11 Mei aan de Zuid-Willemsvaart ingenomen stelling, de verwarring, die in Tilburg en Breda heerste en de aanwezigheid van Franse troepen bij Rijen en Breda. C.-41 R.I. werd aangewezen als Kantonnements-commandant te Culemborg en 15 en 16 C.Pn. werden aldaar gelegerd. C.-29 R.I., voorm. C.-Vak Schaijk, was te Gorinchem aangekomen en aldaar gebleven, terwijl van zijn troepen II-29 R.I. en delen van 1-6 R.I. en 111-14 R.I. in de middag aldaar aankwamen. Een compagnie van 1-6 R.I. trok door naar Culemborg, de andere troepen bleven in Gorinchem. Vóór de Groep Merwede was het detachement bij Keizersveer met 6-2 R.H. versterkt, terwijl de C. van dat detachement bovendien uit Noord-Brabant terug trekkende troepen bij zijn detachement had ingelijfd en tevens delen van 111-14 R.I. had gezonden naar Kapelsche veer, Drongelen en Heusden om de Bergsche Maas te bewaken. 3-2 R.H. was ingedeeld bij Vak Sleeuwijk van Groep Merwede ten Z. van de Merwede. C.-III L.K. vernam geleidelijk de algemene toestand en wel de aanval van de Duitsers op II L.K., het verschijnen van vijand voor Brig. A, de opmars van Duitse troepen door Noord-Brabant en het inzetten van Lt.Div. te Dordrecht, waar de Duitsers meester waren geworden van de bruggen. Eveneens vernam hij, dat 593 Te Tiel: 113 Bt.Lu.A. en 81 Pel.Lu.Mitr.; Te Leerdam (Groep Merwede): 112 en 115 Bt.Lu.A., 87, 88, 92, 98, 99 Pel.Lu.Mitr.; Te Gorinchem (Groep Merwede): 114 Bt.Lu.A.; Te Culemborg: 20 Bt.Lu.A., 91, 93, 96, 97 Pel.Lu.Mitr.; Te Vianen (Groep Lek): 9 Bt.Lu.A., 89, 90 Pel.Lu.Mitr.; Te Vreeswijk (Groep Lek): 43, 44 Pel.Lu.Mitr.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 619