6 G.B. tevergeefs getracht had, zich meester te maken van het door de Duitsers bij Moerdijk bezette bruggenhoofd en voorts, dat er in Zuid-Holland en te Rotter dam werd gestreden tegen de daar gelande luchttroepen. Hij was er van op de hoogte, dat Franse troepen in Noord-Brabant waren en dat de Duitse opmars naar Tilburg en N. om Tilburg vorderde, doch aanwezigheid van vijand in de Bommelerwaard was nog niet gemeld. Patrouilles, uitgezonden in het land van Maas en Waal berichtten eveneens, dat zich daar geen vijand bevond. Op 12 Mei te 9.30 ontving C.-III L.K. opdracht van de C.V., verkenningen te doen uitvoeren naar 's-Hertogenbosch, Tilburg en Breda, terwijl een soortgelijke opdracht werd verstrekt aan C.-Groep Merwede. Ter uitvoering daarvan ontving C.-5-2 R.H. opdracht, met zijn eskadron (twee pelotons sterk), versterkt met een luitenant van 1-2 R.H., een sectie-M.E. en een sectie pag., na op auto's te zijn verplaatst via Leerdam naar Gorinchem, een ver kenning uit te voeren over de nog intact zijnde brug bij Keizersveer. De uitvoering hiervan wordt beschreven bij de Groep Merwede, doch vermeld zij slechts, dat het detachement te 15.15 te Gorinchem aankwam, waar de heersende zenuwachtige stemming, deels ontstaan uit de verhalen van de uit Noord-Brabant teruggetrokken troepen en het nog niet bekend zijn van het laatst uitgegeven wachtwoord, oorzaak waren, dat de luitenant-commandant met een der andere luitenants werd aan gehouden en enige tijd, verdacht van verraad, werd vast gehouden. Intussen vernam de E.C. van personeel, dat uit Noord-Brabant was terugge trokken en van burgers mededelingen, die wezen op bezetting van 's-Hertogen bosch, over gemotoriseerde colonnes in de Langstraat en bezetting van Ooster hout. Het detachement kon de verkenning over de Bergsche Maas eerst op 13 Mei uitvoeren. Op deze dag (12 Mei) gaf C.-III L.K. voorlopige bevelen voor de bezetting van de Lingestelling, die op nader bevel zou plaats hebben en door de D.Cn. werd voorbereid. C.-III L.K. ontving in de middag bericht van C.-Brig. A omtrent het binnen dringen van de Duitsers in de hws. bij IV Div. en het bevel van de C.V. om 1-46 R.I. ter beschikking van die divisie te stellen. In verband hiermede ontving C.-VI Div. bevel, om 111-33 R.I. te Lienden ter beschikking van C.-Brig. A te stellen, waaraan nog op 12 Mei is voldaan. In de avond kwam een bericht bij C.-III L.K. binnen, dat bij Hellouw in het vak van 13 R.I. Duitse troepen bij verrassing de Waal waren overgestoken. C.-2 R.H. ontving daarop te 21.30 opdracht om van Waardenburg uit een aanval op die vijand te doen en hem terug te werpen. Het regiment kwam 13 Mei 3.30 te Waardenburg aan, waar de R.C. vernam, dat er van overtocht van Duitsers geen sprake was, waarna het regiment weder naar Buurmalsen terugkeerde. Hetzelfde bericht was reeds eerder aanleiding geweest om 111-25 R.I. (min 1 en 2) met de toegevoegde sectie mr. en sectie 6 veld van Beesd te verplaatsen naar Herwijnen, waar het aan de Waal was ingezet. In de loop van de avond trokken de ten Z. van de Rijn gelegerde onderdelen 594

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 620