van Brig. B (11 G.B. inbegrepen) bij Culemborg, Wijk bij Duurstede en Eek en Wiel over de Rijn in verband met de toestand bij IV Div. Tenslotte zij omtrent de 12e Mei nog medegedeeld, dat de reeds op 11 Mei heersende geruchten omtrent parachutisten, die vnl. in het gebied om Zoelen heetten te zijn neergekomen, waren toegenomen en oorzaak waren van tal van patrouilles, die de troep afmatten en geen resultaat opleverden. 11-16 R.A. kwam in de nacht van 12 op 13 Mei in stelling nabij Kerk Avezaath. Omtrent de evacuaties in het gebied van III L.K. vermelden wij nog het volgende. Op blz. 33 werd reeds medegedeeld, dat de evacuatie van de bevolking in het gebied van de Waal-Lingestelling niet door C.-III L.K. of C.-Brig. G was voor bereid en dat deze op voorstel van de C.V. aan de O.L.Z. op 11 Mei werd bevolen. De O.L.Z. droeg in de avond van 11 Mei de uitvoering aan de C.V. op met dien verstande, dat deze de vluchtoorden kon aanwijzen, doch uitsluitend in zijn eigen gezagsgebied. De C.V. droeg de uitvoering op aan C.-III L.K. en C.-Oostfront in onderling overleg. De bevolking en het vee moesten worden geëvacueerd uit een gebied van 5 km vóór tot 3 km achter de frontlijn van de stelling. C.-III L.K. moest zorgen voor afvoer te voet tot Vianen en Culemborg, terwijl C.-Oostfront voor verder vervoer moest zorgen naar de vluchtoorden, die ten westen van het Merwedekanaal in het gebied tussen Lek en Oude Rijn moesten worden gekozen. Als zodanig werden aangewezen Gouda, Oudewater, Haastrecht, IJsselstein, Benschop, Lopik, Waddinxveen, Woerden e.o. De dorpen tussen de Lek en Gouda waren niet beschikbaar, daar hier de bevolking uit het Z. deel der Valleistelling was afgezet in verband met de strijd bij Dordrecht. C.-Oostfront-Vg.Holland bleek te beschikken over een overzicht van de gemeen ten en de aantallen bewoners en vee, die moesten worden getransporteerd. C.-III L.K. gaf op 12 Mei bevel, dat de evacuatie van de bewoners moest aan vangen op 13 Mei te 4.00. Geëvacueerd werd de bevolking van Tiel, Wadenoyen, Beesd, Buurmalsen, Buren en Geldermalsen, hetgeen nog op 13 Mei haar beslag kreeg. De op Gouda afgevoerde bevolking moest op 13 Mei, toen het Veldleger op het Oostfront terugtrok, opnieuw worden verplaatst naar andere meer westelijk ge legen plaatsen. Vrijwel langs de gehele Oude Rijn tot Leiderdorp toe, alsmede in de dorpen ten N.W. van Gouda zijn toen bewoners uit de Lingestreek ondergebracht. De afvoer van vee moest in verband met het opkomen van de Linge-inundatie met spoed worden georganiseerd en in de avond van 12 Mei trokken grote hoeveel heden vee naar Beusichem, waar inlading voor vervoer naar Ammerstol plaats had. Er kwamen 4600 stuks vee aan, die met 25 schepen werden afgevoerd, hetgeen op 13 Mei te 23.00 was voltooid, niettegenstaande de terugtocht van de troepen op het Oostfront vertraging veroorzaakte. Op 12 Mei werd, in verband met de te stellen inundaties, de evacuatie van de bevolking en de afvoer van vee uit het inundatiegebied van het Oostfront van de Vg.Holland (rubriek C van Bijlage A. VII) bevolen. 595

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 621