officieren en manschappen van de Peel Div. door Meerkerk naar III L.K., die gegevens verschaften over de toestand in Noord-Brabant, waaruit bleek, dat de vijand zich in 's-Hertogenbosch en Tilburg zou bevinden. C.-29 R.I. meldde zich bij de garnizoenscommandant te Gorinchem en wachtte daar zijn troepen in. In de loop van de middag kwamen 11-29 R.I. en delen van 111-14 R.I. te Gorinchem aan, die berichtten, dat vijandelijke pantserwagens Geer- truidenberg naderden. Een in de morgen naar Geertruidenberg gezonden patrouille van 3-2 R.H. be richtte te 14.30, dat in de omgeving van Geertruidenberg vijandelijke pantser wagens met een 10-tal auto's aanwezig waren geweest, die waren vertrokken in de richting OosterhoutTe Geertruidenberg bleek zich toen nog een detache ment te bevinden van twee sectiën onder bevel van een luitenant2). De patrouille had 8 man verliezen geleden. Te 17.30 ontving C.-Vak Arkel opdracht, de aspergeversperring op de nieuwe rijksweg over Dalem te stellen 3). Te 19.30 werden gegevens van de C.V. ontvangen en doorgegeven omtrent de toestand te Rotterdam en verder noordelijk in Zuid-Holland. Te ongeveer 21.30 werden de volgende gegevens ontvangen als resultaat van de verkenning te water naar Moerdijk. In de late avond ontving 27 Afd. A. bevel, over de Merwede te gaan en bij Woudrichem stelling te nemen, front-oost. De aanleiding hiertoe is niet in de gegevens vermeld. Gaan wij thans weer na, wat er in de Groep Sleeuwijk was gebeurd. Te ongeveer 11.00 had C.-2-24 Afd. A. de bovenvermelde opdracht ontvangen, om met een afdeling infanterie onder bevel van een vaandrig in een sleepboot (de Robur) en een motorvlet een verkenning uit te voeren naar de bruggen bij Moer dijk, waarvan men meende, dat het zuiderhoofd in Duitse en het noorderhoofd in onze handen was. 610 Zowel de noord- als de zuidoever van het Hollandsch Diep waren in Duitse handen. Dordrecht, Dubbeldam (Z.O. van Dordrecht) en de Kop van 't Land waren van Duitsers gezuiverd. Een bataljon wielrijders rukte in de Wieldrechtsche polder op, doch werd uit de richting Moer dijk met artillerie beschoten. Te Lage Zwaluwe bevonden zich ongeveer 60 man van 6 G.B., terwijl andere onderdelen van dat bataljon uit Blauwe Sluis en Zevenbergsche Hoek waren teruggetrokken op Etten-Leur. De Duitsers bevonden zich tegenover Lage Zwaluwe en Blauwe Sluis met veel troepen ten N. van Zevenbergsche Hoek. Zij werden geravitailleerd uit de lucht en verplaatsten zich zeer dikwijls. Op 11 Mei waren twee Franse pantserwagens in Lage Zwaluwe geweest, doch die waren naar Zevenbergen teruggekeerd. De schipper van de sleepboot Robur (zie hierna) was gewond en de Robur te Willemsdorp achtergelaten. 0 Dit was een patrouille van de N.colonne van de 9e Pantserdivisie, die over Loon op Zand en Oosterhout naar Moerdijk oprukte. 2) Dit was een detachement van 3 G.B., dat de centrale van de P.N.E.M. moest bewaken. 3) Waarom dit nu reeds plaats had, is niet duidelijk. Hiermede werd aan V Div. op 13 Mei de terugtocht op de Groep Merwede bemoeilijkt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 636