De luitenant had enige vertrouwde artilleristen en een zware mitrailleur mede genomen in de sleepboot en de infanteristen in de motorvlet op een paar honderd meter afstand laten volgen. Bij de Kop van 't Land bleek niets bijzonders te zijn gebeurd en bij Lage Zwaluwe werd geland en contact opgenomen met personeel van 3-6 G.B., waarbij de reeds eerder medegedeelde gegevens omtrent dit bataljon werden verkregen. De luitenant had daarop de vaandrig met de motorvlet teruggezonden naar Werkendam om de verkregen gegevens mede te delen en was, na nog een mitrailleur te hebben medegenomen, verder gevaren tot onder de Moerdijkbrug. Hij stond de Z. oever te verkennen, toen het schip uit de kazemat op de N.oever werd beschoten, doch, veronderstellende, dat het eigen troepen waren, had de luitenant met een witte zakdoek laten zwaaien en laten bijdraaien. In de mening verkerende, dat de N.oever vrij van vijand was, had hij koers gezet naar Willemsdorp en getracht, contact te krijgen met Nederlandse militairen; hij was echter onder vuur genomen, waarbij de schipper een schot door de hals en hij zelf een door de arm had ont vangen. De boot was beschadigd, zodat zij niet meer goed kon manoeuvreren en de luitenant had haar op goed geluk het Hollandsch Diep doen invaren. Op dit ogenblik was de torpedoboot Hr.Ms. Christiaan Cornelis uit de Dordtsche 'Kil komen varen, die zonder voorkennis van C.-Groep Merwede of de C. van Hr. Ms. Tyr (C. der drie marineschepen), opdracht had ontvangen, een munitieschip van Gorinchem naar 's-Gravendeel te begeleiden en waarop zich de luitenant C. van de torpedisten van het det. grondmijnversperring Nr. 5 met 5 torpedisten (die zich vrijwillig beschikbaar hadden gesteld) bevonden als versterking en om de weg te wijzen. Deze 34 jaar oude torpedoboot voerde twee kanons van 3.7cm., de commandant had haar met zandzakken versterkt. Nadat de Moerdijkbruggen zonder incident waren gepasseerd, was de torpedo- boot in de Dordsche Kil van de oostoever af bevuurd en weliswaar geraakt, doch zonder dat er gewonden waren gevallen. De hoofdstoomleiding en de telegraaf waren kapot geschoten en de stokers hadden zich slechts met moeite kunnen redden, toen de stookplaat vol stoom werd geblazen. Het munitieschip dat voorop voer, had eveneens de steven gewend en op het Hollandsch Diep werden de schepen uit het zuiden beschoten. Na 500 m het Hollandsch Diep te zijn afgevaren, kon de torpedoboot niet verder. De luitenant op de sleepboot Robur nam het veel grotere oorlogsvaartuig langszij en de twee schepen voeren aldus weg, terwijl uit het dorp Moerdijk met mortieren werd geschoten, zonder dat er treffers waren gemaakt. Het munitieschip werd uit het oog verloren. Van drie overkomende vliegtuigen gaf er één een laag over het achterdek. Vóór Numansdorp werd de hulp van een particuliere sleepboot ingeroepen, zodat de haven kon worden gereikt. De luitenant zond, via C.-Groep Spui van het Zuidfront-Vg.Holland een bericht aan de Groep Merwede en zocht met zijn mannen onderdak. De volgende morgen vernam hij, niet te kunnen uitvaren, daar de Duitsers mijnen in het Hollandsch 611

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 637