versperring bij het fort Steurgat gesteld, de brug over de sluis te Werkendam gereed gemaakt om onmiddellijk onbruikbaar te kunnen worden gemaakt, de schepen te Steurgat en Werkendam naar Sleeuwijk gezonden en de W.rand van Werkendam met behulp van de bevolking in staat van verdediging gebracht. Nadat aldus enige uren alles in rep en roer was geweest, kwam er bericht, dat de pantserwagens naar Dordrecht waren teruggekeerd. Te ongeveer 14.30 werd van C.-Groep Merwede een bevel ontvangen, dat alle onderdelen zich moesten gereed maken voor verplaatsing en daarop gaf C.-Vak Sleeuwijk aan zijn ondercommandanten bevel, voorbereidingen te treffen om na het invallen van de duisternis te kunnen terugtrekken. 3-2 R.H. werd te Sleeuwijk verzameld (zie hiervóór). Eveneens als gevolg van ontvangen bevelen gaf C.-Vak Sleeuwijk te ongeveer 15.30 bevel aan C.-24 Afd. A., de normale stellingen te doen betrekken en daarin de vuurmonden met 180° gewijzigde hoofdrichting te doen opstellen. Op deze bevelen van C.-Groep Merwede wordt hierna teruggekomen. De bevelen werden weder ingetrokken en 3-2 R.H. ontving, zoals wij gezien hebben, opdracht, de opstellingen bij Giessen en Almkerk weder te doen bezetten. 24 Afd. A. veranderde weder van front in de oorspronkelijke hoofdrichting. Dat er bij deze oude vuurmonden met de verschillende wijzigingen in opstelling heel wat arbeid gemoeid was, zal vooral duidelijk zijn aan hen, die begrip hebben van de opstelling op rembeddingen bij deze artillerie. De terugkeer van het detache ment Keizersveer en de berichten over de strijd aldaar maakten het noodzakelijk, tijdig te worden ingelicht omtrent pogingen tot overschrijding van de Bergsche Maas door de vijand en daarom ontving C.-3-2 R.H. de reeds medegedeelde op dracht, om de Bergsche Maas te doen waarnemen. Het eerste bericht van de naar Keizersveer gezonden groep scheen op voor nemens tot rivierovergang te wijzen. De stemming in de troepen was intussen, naar het oordeel van C.-Vak Sleeuwijk, zodanig geworden, dat hij aan C.-Groep Merwede mededeelde, dat hij niet meer voor hen kon instaan en verzocht, hen over de Merwede te mogen doen terug trekken. Het verzoek werd overgebracht aan de C.V., die het aanvankelijk niet wilde toestaan, doch na verdere aandrang tenslotte bevel gaf, de troepen van Vak Sleeuwijk terug te nemen en west van Gorinchem aan de Merwede te plaatsen. Van invloed hierop was tevens de algemene toestand, nl. de in de middag be volen terugtocht van het Veldleger op het Oostfront-Vg. Holland en de inzet van Duitse pantserstrijdkrachten op het Eiland van Dordrecht, die de Lt.Div. nood zaakten, dit eiland prijs te geven. In de nacht van 13 op 14 Mei werd deze terugtocht uitgevoerd via Werkendam- Hardinxveld, Sleeuwijk-Gorinchem en Woudrichem-Gorinchem. 3-II-23 R.I., kon niet meer over Rijswijk terugkeren, daar de aspergeversperring tussen Woudrichem en Rijswijk was gesteld. Deze compagnie overschreed de Waal met het veer bij Brakel en trok over het fort bij Vuren en Gorinchem terug. De vuurmonden van 24 Afd.A. werden op een na achtergelaten, doch de munitie en een aantal vitale onderdelen werden medegenomen. 621

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 647