het Leger van Giraud naar het N. oprukten en dat de voorste troepen op 11 Mei te Antwerpen zouden zijn. Het gros der Franse troepen zou eerst op 12 Mei aan de grens verschijnen en naar Tilburg en Breda gaan 1). Te 13.00 was, voor zoveel de berichten dit deden zien, de toestand aldus: Bij Mill was de pantsertrein, die bij Oeffeit de Maas had overschreden, tot staan gebracht en had een gevecht plaats, waaraan het 2e Regiment huzarenmotorrijders (2 R.H.M.) deelnam, welk regiment door C.-III L.K. was ingezet. C.-I-3 R.I. was door dit regiment bevrijd 2). Omtrent hetgeen verder zuidelijk plaats had, waren geen inlichtingen ontvangen. Wel was bekend, dat de Maasbruggen waren gesprongen. Aan het Maas-Waalkanaal was de brug bij Malden hernomen en vernield, terwijl om de brug bij Heumen nog werd gevochten. Een deel van het 3e Eskadron van het 4e Regiment huzaren (3-4 R.H.) was ter versterking naar Heumen gezonden. Omtrent het fort Pannerden was niets bekend. Of de vijand het Pannerdensch kanaal reeds had overschreden, was evenmin bekend. Bij Westervoort had de vijand de IJssel overschreden, Arnhem en Dieren bezet en hij breidde zich naar het N. en W. uit. Verder noordelijk stond hij overal nog op de O. oever van de IJssel tot en met Deventer. Omtrent het gebied ten noorden van Deventer waren na het bericht omtrent de bezetting van Dedemsvaart (te 9.00) geen nadere inlichtingen ontvangen. Door het 4e en le Regiment huzaren (4 en 1 R.H.) waren de bruggen over het Apeldoorn-Dierensch kanaal vernield, met uitzondering van die, welke moesten worden open gehouden nl. één voor Groep IJssel-Zuid, één voor de T.B.O. en één voor Groep IJssel-Noord. Intussen luidden de berichten uit Zuid-Holland ongunstig, zo zelfs, dat de O.L.Z. een beroep moest doen op de reserves van het Veldleger. De Ch. St. Landmacht van het A.H.K. telefoneerde te ongeveer 11.00 met de C.V., deelde mede, dat C.-Vg.Holland de toestand niet gunstig inzag en verster kingen wenste te Amsterdam, op het vliegveld Schiphol en voor Haarlem. De C.V. kreeg opdracht, een regiment infanterie per auto te zenden over Utrecht, Gouda, alwaar C.-Vg.Holland nadere bevelen door tussenkomst van C.-Oostfront zou geven. Er moest niet over de grote weg werden gereden, doch over Montfoort, met grote afstanden in de colonnes, de bataljons achter elkaar, naarmate zij be schikbaar kwamen. Aangezien er slechts legerkorps- en divisiereserves beschikbaar waren, moest voor de uitvoering worden gebruik gemaakt van die reserves. Na telefonisch overleg met de commandanten van II en IV L.K. werden aanvankelijk twee bataljons van IV L.K. en een bataljon van II L.K. hiervoor bestemd, elk bataljon met een sectie pag., terwijl voor vervoer werden aangewezen een auto-compagnie van het Aut. Reg. en een autocompagnie van II resp. IV L.K. Met het bevel zou C.-ll R.I. worden belast. 40 x) Even voor 11.00 had de Mil.Attaché te Parijs de O.L.Z. ingelicht. 2) C.-I-3 R.I. is niet in handen van de Duitsers geweest.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 64