daarna begon de uittocht te voet, per rijwiel en met auto's naar Utrecht, waar de bevolking in grote gebouwen werd ondergebracht. Deze uittocht voltrok zich te midden van terugtrekkende onderdelen van het Veldleger. Doordat een ordon nansofficier bij een aanrijding was gedood, was het bericht van deze evacuatie niet meer overal doorgedrongen o.a. niet in de buurtschap „Gooi". De bewoners konden echter nog tijdig voor de komst der Duitsers worden afgevoerd, hetgeen een geluk was, daar juist in deze buurtschap een gevecht is geleverd (zie bij 1-14 R.I. op blz. 720). Op 14 Mei vertrok door een misverstand des morgens geen trein uit Utrecht. De eerste trein vertrok eerst te 14.30 naar Voorburg en daarna zijn geen treinen meer weggezonden, omdat inmiddels de capitulatie bekend werd. Jutphaas behoorde tot phase e (hoofdweerstandsstrook van het Oostfront), waar voor geen afvoerbevelen zijn gegeven. Door de gebeurtenissen in het westen des lands waren van de op de Lek aan wezige schepen 14 rijnaken met 5000 geëvacueerden naar Jutphaas gevaren, welke geëvacueerden in het 1500 zielen tellende dorp moesten worden onderge bracht. Op 14 Mei ontving de burgemeester echter bericht van militaire zijde, dat de gehele gemeente binnen een uur tijd moest worden ontruimd met bestemming Gouda, hetgeen later werd gewijzigd in Woerden en Bodegraven, terwijl te Woerden de bestemming in Alphen a/d Rijn werd veranderd. Er moesten dus de totale bevolking van 9500 zielen en de 5000 evacués met spoed vertrekken, hetgeen vrijwel neerkwam op een overhaaste vlucht. De laatsten waren 14 Mei te ongeveer 12.00 uit de gemeente verdwenen en de burgemeester zelf vertrok te 15.30. De Bilt behoorde tot rubriek d.l, waarvan Hilversum en De Bilt niet, doch Amersfoort wel, Zeist en Driebergen gedeeltelijk voor evacuatie waren aange wezen. In De Bilt was aanvankelijk onder het oog gezien de verplaatsing binnen de gemeente van een strook langs de weg naar Utrecht en een gedeelte in de omgeving van station Bilthoven, totaal 7000 zielen. Eind April had C.-Vg.Holland echter beslist, dat de afvoer naar de omgeving van Leiden moest plaats hebben. Nadat op 13 Mei in de avond nog aan de burgemeester was getelegrafeerd, dat geen afvoer zou plaats hebben, werd op 14 Mei te 3.30 telefonisch medegedeeld, dat de bevolking uit de omgeving van de Utrechtse weg moest worden verplaatst naar Bilthoven, hetgeen vlot werd uitgevoerd. In de middag van 14 Mei werd besloten, het gehele dorp De Bilt naar Bilthoven te evacueren, hetgeen nog is uitgevoerd, doch, toen de capitulatie bekend werd, kon de bevolking nog dezelfde avond naar huis terugkeren. Wat de veeafvoer betreft, zij het volgende medegedeeld, waarbij wij ons be perken tot het gebied ten N. van de Lek, daar de evacuatie ten Z. van die rivier afzonderlijk bij III L.K. is (wordt) behandeld. Op 10 Mei was wel de waarschuwing aan de leidinggevende inspecteurs ge- 638

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 664