Op 12 Mei werd het detachement versterkt met 2 sergeanten en 30 pioniers van de 2 Comp. van het Bat. spoorwegtroepen. Op 13 Mei werd door C.-Oostfront last gegeven, de vernieling van de zender voor te bereiden, waartoe geniepersoneel verscheen. Op 14 Mei te 1.00 werd de vernieling door C.-Oostfront bevolen en uitgevoerd. Het detachement was inmiddels door de C. weggezonden naar Loenersloot, terwijl hijzelf met enig personeel was achtergebleven, om de vernieling te doen uitvoeren. Vernield werden de zendinstallatie, de mast van 14 m hoogte, twee masten van 60 m hoogte en twee kleinere masten van de P.H.O.H.I. zender. De grote mast viel op een perceel, een mast van 60 m op de fabriek, de andere van 60 m langs het gebouw. Het detachement is verder ingedeeld als Groepsreserve. Het fort Nieuwersluis was op 10 Mei door C.-Oostfront aangewezen voor het in bewaring stellen der krijgsgevangenen; daar werden geleidelijk alle gevangen genomen Duitsers verzameld, waartoe een sectie van 1-III-31 R.I. uit Sloten voor bewaking werd aangewezen. Achtereenvolgens vertrokken in de avond en nacht van 10 op 11 Mei 42 C.Mr. en 111-31 R.I. Daarna kwamen 1 en 2-1 R.H. ter beschikking. 1-1 R.H. werd gelegerd te Vreeland, met een peloton als groepsreserve te Loenersloot. Het 2e Eskadron werd gelegerd te Maarssen met bewaking op de forten De Klop en Tienhoven. Op 11 Mei rukten patrouilles van 42 Bt. 6 veld en van Dep.Ptr. uit, om gemelde parachutisten op te sporen, doch zonder resultaat. Op 12 Mei vertrok 42 Bt. 6 veld naar Utrecht. Kort daarna kwam bevel, de beide eskadrons weder ter beschikking te stellen van de C.V., en wel 1-1 R.H. te Zeist, 2-1 R.H. te Haarzuilen. De gehele bezetting van de Groep bestond toen nog slechts uit St.K. en Vbd.A., het det. V.L.S.K. Vaartuigendienst, een sectie van 1 C.Pn., de bewakingssectie te Nieuwersluis en het detachement te Hilversum. Op 12 Mei te 19.00 werden de krijgsgevangenen te Nieuwersluis (71 personen) op bevel van de O.L.Z. naar IJmuiden vervoerd. Op 13 Mei in de morgen wierpen Duitse vliegtuigen pamfletten uit op oranje kleurig papier met de aansporing, de strijd te staken. Vervolgens werd leiding gegeven door de daartoe aangewezen officieren met personeel der verkeerstroepen bij de evacuatie van burgerbevolking te Crailoo (bij Hilversum). In de namiddag ontving de Groeps C. bericht, dat hij moest zorgen voor de legering van vier bataljons van het Veldleger. Van C.-Oostfront werd mededeling ontvangen, dat de zender te Hilversum moest worden vernield, daarna kwam geniepersoneel aan en ten slotte gaf C.-Oost- front op 14 Mei te 1.00 bevel tot vernielen. De uitvoeringsbevelen werden aan de C. van het bewakingsdetachement door gegeven. 643

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 669