Het detachement voor bewaking van de zender te Huizen richtte het terrein bij de zender voor verdediging in. Verband werd opgenomen met 1-1-42 R.I. (versterkt met een sectie zw.mitr.) die zich te Blaricum bevond voor kustbewaking en later met 3-5 R.H. te Naarden. Op last van C.-Oostfront werd de zender op 14 Mei te 2.00 door een daartoe aangewezen detachement vernield, waarna het detachement werd geplaatst te Muiderberg. De Groeps-C. ontving in de namiddag van 13 Mei bericht, dat hij de legering en verpleging van ongeveer 12 000 man moest voorbereiden. Samenvatting Uit het vorenstaande blijkt, dat het Oostfront-Vg.Holland, toen het Veldleger daarop terugtrok, niet was afgewerkt en - met uitzondering van de Groep Mer- wede - nagenoeg was ontbloot van troepen. De Groep Utrecht ontving kort vóórdat het Veldleger daar aankwam, verster king van ongeveer 1 bataljon infanterie, terwijl de Groep Lek ongeveer gelijk tijdig met het Veldleger door twee bataljons werd bezet. De inundaties waren bevolen in de avond van 12 Mei met het gevolg, dat, be halve enkele gebieden in het N., nog geen water op het maaiveld stond. De Groeps- en Vakcommandanten waren niet voldoende ingelicht aangaande de werkelijke toestand, welke inhield, dat de Valleistelling moest worden verlaten en de verdediging verder moest worden gevoerd op het Oostfront. 645

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 671