C.-III L.K. ontving per telex afschrift van dit bevel. Per veldverreschrijver ging het volgende bevel aan C.-Brig.A uit (ter inlichting aan C.-Brig.B): In de late avond gaf de Chef Staf Landmacht aan de C.V. een uiteenzetting over de toestand in het hart des lands en over de gebeurtenissen in Noord-Brabant, die hier niet gedetailleerd worden gegeven, doch worden opgenomen in het over zichtsbeeld aan het slot. De C.V. kreeg daarbij tevens opdracht namens de O.L.Z., op 11 Mei vóór 4.00 drie bataljons ter beschikking van C.-Vg.Holland te stellen in de omgeving van Amsterdam. Als gevolg hiervan gaf de C.V. te 23.45 bevel aan C.-Oostfront-Vg.Holland, te dirigeren op: - Diemerbrug en Amstelveen, elk een bataljon van 31 R.I. uit de Groep Naar den; - Sloten, het bataljon van 31 R.I. uit de Groep Nieuwersluis. Deze bataljons moesten 11 Mei vóór 4.00 op de plaats van bestemming zijn aan gekomen en aldaar ter beschikking komen van C.-Vg.Holland. Behalve de berichten, die reeds in het voorgaande zijn medegedeeld, zijn nog andere op verschillende tijdstippen binnen gekomen, die samengevat, neerkwamen op het volgende: Noord-Brabant Om Mill was geweldig gevochten; urenlang was het een dubbeltje op zijn kant geweest. Gelast was, Mill ten koste van alles te hernemen; 2 R.H.M. was daarin geslaagd. De pantsertrein was veroverd en doorzocht; er waren pamfletten en Nederlandse uniformen in gevonden (bericht van C.-III L.K.)3). C.-Peel Div. had zijn commandopost gevestigd te Vught in de door C.-III L.K. verlaten cp. Volgens een bericht van de Ch.St.Landmacht was het voornemen van C.-Peel- Div. tot het uiterste stand te houden en als hij terug moest, dan op de Zuid-Willems vaart terug te trekken 4). 44 3. De kapitein Lohmeyer 4) van mijn H.K. zal zich bij U melden en advies geven met betrekking tot de overgangsmiddelen. Brig. A zal den rechtervleugel ombuigen in aansluiting met het front, ingenomen door III L.K. overeenkomstig mijn persoonlijke aanwijzingen van 7-4-'40, Sectie I, Nr. 21 P 2). Brig. A zal verband opnemen met Brig. B. 1) Hoofd van Sectie V.4 (diensten te water), die 's morgens ter beschikking was gesteld van C.-III L.K. 2) Niet meer aanwezig. 3) De werkelijke toestand was anders. Mill lag buiten de frontlijn van de Peel-Raamstelling; het was niet heroverd. Het bataljon, dat uit de pantser- en goederentreinen was ontladen, had zich weten te handhaven. Twee Duitse Divisies hadden zich tussen Mill en Grave gedeeltelijk ontwikkeld en in de late avond was de stelling bij Mill doorbroken. 4) De terugtocht is te middernacht van 10 op 11 Mei aangevangen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 68