Intussen had zich het volgende afgespeeld. Te 22.30 was van het H.K.V. uit medegedeeld, dat van III L.K. een bataljon in vak Jutphaas zou komen en een bataljon in vak Honswijk. Dit laatste is echter niet aan C.-Brig. B medegedeeld, toen deze zich te Jaarsveld bevond. Te 22.45 meldden de te Co then achtergelaten officieren de aankomst van twee bataljons van 19 R.I.,een bataljon van8R.I.,een Afdelingvan8 R.A. en4 C.Pn.x). Hieromtrent werd C.-IV Div. te IJsselstein ingelicht, die de nodige bevelen aan de officieren te Cothen voor de daar aangekomen troepen moest geven. Verschillende commandanten van onderdelen meldden zich telefonisch uit ver schillende plaatsen, die daarna hun verdere bestemming kregen nl.: C.-16 R.A. meldde zich 23.30 uit Vreeswijk en vroeg, waar Brig. B zich bevond; C.-II Aut.Bat. meldde zich te middernacht uit Linschoten en kreeg, in verband met zijn uiteenzetting omtrent de voor luchtaanvallen kwetsbare opstelling, op dracht, het legeringsrayon uit te breiden tot Oudewater en Gouda; de C. van de verenigde goederentrein van IV Div. meldde zich 14 Mei 0.45 uit Schoonhoven; C.-113 Bt.Lu.A. meldde zich 14 Mei 1.05 uit Hagestein en kreeg, na informatie bij C.-Lvd. kring Utrecht-Soesterberg, als bestemming Hoog Blokland; 14 Mei te ongeveer 1.00 meldden zich de keuken- en levensmiddelentreinen van 1-24 R.I. en daarna de gevechts- en keukentreinen van 8 R.I. te Jaarsveld, die op Vreeswijk werden gedirigeerd; daarna berichtte een kapitein van het H.K.V. uit Jutphaas, dat daar een grote opstopping was van troepen, o.m. I, II-8 R.A. en delen van 8 en 19 R.I. Er werden twee officieren uitgezonden, om de knoop te ontwarren en de cpn. van Cn.-II en IV Div. werden ingelicht; te 14 Mei 1.50 meldde zich uit Jutphaas C.-2-4 R.H., die zich daar met de paarden van 4 R.H. bevond. Hij werd naar IJsselstein doorgezonden; in de loop van de morgen van 14 Mei meldde C.-4 R.H. uit Utrecht, dat hij daar met zijn regiment was aangekomen, waarna dit IJsselstein als bestemming kreeg. Te 7.50 werd bericht ontvangen, dat vijandelijke pantserwagens tot Goudriaan waren doorgedrongen, in verband waarmede C.-Brig. B opdracht werd verstrekt, de brug bij Vianen te doen afsluiten. Geleidelijk kwamen meer meldingen van onderdelen binnen. C.-II Div. berichtte vervolgens naar aanleiding van het te 2.30 ontvangen bevel, om de frontlijn te bezetten, dat 10 R.I. uit Houten naar Jutphaas was gedirigeerd om de batterij aan de Overeindsche weg en de opstellingen ten N. daarvan te bezetten, dat 15 R.I. opdracht had ontvangen, van het Merwedekanaal, waar het was opgesteld van Huis De Geer tot Liesbosch, naar voren te gaan en de frontlijn meer oostelijk te gaan bezetten en dat nog niet precies bekend was, waar 22 R.I. zich bevond, doch dat opdracht was gegeven, de lijn fort 't Hemeltje-fort Vechten te bezetten. 664 Vermoedelijk is bedoeld geweest 4 M.C.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 690