Duitsers bij de spoorbrug te Culemborg, welke actie zal worden behandeld bij de beschrijving van de gebeurtenissen op dat acces. Door de C.V. werd bepaald, dat de van de IJssel afkomstige troepen, die onder bevel van de T.B.O. waren teruggegaan, zouden worden ingedeeld bij IV Div., om deze te reorganiseren. In Utrecht waren tal van onderdelen en losse groepen van II L.K. en Brig. B terecht gekomen en in de Kromhoutkazerne, de Hojelkazerne en elders ver zameld. Deze zijn in de namiddag via Jutphaas op mars gegaan naar II L.K., doch ver namen onderweg de capitulatie. Te ongeveer 17.00 werd aan de nieuw opgetreden C.-II L.K. telefonisch van wege de C.V. medegedeeld, dat de O.L.Z. bevel gaf, de wapens neer te leggen en parlementairs naar de Duitse bevelhebbers te zenden, om dit besluit mede te delen. C.-II L.K. gaf hiervoor opdracht aan C.-II Div. en C.-Brig. B. b. DE TERUGTOCHT VAN IV DIV. EN BRIG. B In Hoofdstuk I sub d van Onderdeel C werd de toestand geschetst, waarin IV Div. en Brig. B op 13 Mei na 13.30 kwamen te verkeren en schets/kaart Nr. C. 14 ver toont ten naastenbij het beeld, dat deze eenheden na 17.00 vertoonden. Een nauwkeurige weergave van het verloop van de terugtocht is moeilijk te geven, daar de gegevens daarvoor te onnauwkeurig zijn; er zal daarom worden volstaan met vermelding van de hoofdzaken. Een deel van de terugtrekkende troepen is niet in het aangewezen terugtochts vak gebleven, doch doorgemarcheerd over Doorn en Zeist naar Utrecht. Zij kwamen terecht op de marsweg van VIII Div., waarop van de Bilt naar Utrecht enige colonnes naast elkaar als een compacte massa terugtrokken. De bevelen, die C.-IV Div. voor de terugtocht heeft gegeven, komen in zijn eigen verslag niet voor, doch moeten worden afgeleid uit de verslagen van de onder commandanten, waaruit het volgende blijkt. C.-19 R.I. ontving bevel, met de beschikbare onderdelen van zijn regiment en 4 M.C. naar Cothen te marcheren en aldaar een achterhoedestelling in te nemen. De restanten van 8 R.I. werden op Vreeswijk gedirigeerd, waarheen ook 24 R.I. met 11 G.B. werden gezonden. Van de D.A. werden 1-8 R.A. en 1-16 R.A. op Wijk bij Duurstede gedirigeerd, terwijl III-8 R.A. zich naar Cothen moest begeven. Het was van Amerongen af een onafgebroken colonne van allerlei onderdelen en treinen door elkaar, waarin het toch aan verschillende commandanten gelukte, hun eigen onderdeel te verzamelen. Dit was b.v. het geval met 4 M.C. en onderdelen van 24 R.I. en 19 R.I. C.-IV Div. heeft geen officieren aangewezen, die te Cothen en Wijk bij Duur- 667 (Zie schets/kaarten Nrs. C. 14, D. 4 en D. 5)

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

NIMH | 1955 | | pagina 693